Anthonie Holslag beschrijft een zoektocht naar de betekenis van de Armeense genocide en hoe latere generaties hiermee omgaan. Of zoals hij het zelf beschrijft:
Dit boek gaat over collectief geweld. En niet zo maar geweld, maar het geweld van de ergste soort dat door sommige wetenschappers de “ziekte” van de Twintigste Eeuw wordt genoemd. Dit boek gaat over genocide. Over één van de bloederigste en tevens meest vergeten hoofdstukken uit de menselijke geschiedenis. Jongere generaties hebben nog maar zelden van de Armeense genocide gehoord, terwijl deze genocide wel een rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de Holocaust.
Zoals Hitler al op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog zei: “Wer redet heute noch von der Vernichtung der Armenier?”
Er zijn sindsdien vele georganiseerde massaslachtingen geweest: Sovjet Unie, Cambodja, Argentinië en meer recentelijk: Bosnië, Rwanda en niet te vergeten de huidige humanitaire crisis in Darfur.
Maar wat is een genocide? Hoe kunnen we het vanuit een wetenschappelijk oogpunt verklaren? En wat voor gevolgen heeft een genocide voor een bevolkingsgroep?
Het boek probeert deze vragen te beantwoorden en doet dit op een zeer unieke manier. Dit is namelijk een antropologische benadering van het begrip “genocide” en daardoor ook een van de weinige onderzoeken die niet de juridische definitie van dit begrip als uitgangspunt neemt, maar een sociaal wetenschappelijke definitie probeert te introduceren. Genocide is, zo claimt dit boek, niet alleen een proces voortkomend uit een politieke crisis, zoals in veel gangbare theorieën wordt gesteld, maar dat het tevens een symbolische handeling is, waarbij de daden maar ook de gevolgen specifieke betekenissen in zich meedragen.
Het boek beargumenteert dat:
a) een genocide een symbolisch proces is, voortkomend uit een identiteitscrisis van de daders en de dominante cultuurgroep
b) dat deze identiteitscrisis een concrete uiting vindt in handelingen, geweldplegingen en atrociteiten
c) dat deze atrociteiten dus een symbolische waarde in zich meedragen
d) dat deze symbolische handelingen gevolgen hebben voor de slachtoffers en overlevenden
e) dat zij, de slachtoffers en overlevenden, de symbolische betekenis van genocide in hun culturele beleving en wereldbeeld inkapselen
f) dat dit hun wereldbeeld en bewegingsvrijheid in hoge mate kleurt en beperkt
g) en dat deze denkbeelden een uiting vinden in moderne kunst en literatuur
h) daar komt tevens bij dat de lezer hierdoor een inzicht krijgt over de Armeense gemeenschap in Nederland, maar ook hoe andere bevolkingsgroepen – zoals de Bosniërs, Rwandezen en Joden – op collectief geweld reageren
Dit onderzoek, en dit is meer voor de antropologen onder ons van belang, is ook om een andere reden interessant: het is een van de weinige onderzoeken in Nederland die de theoretische stellingen van Gerd Baumann, zoals hij deze in zijn beroemde boek The Multicultural Riddle (1999) schetst, in de praktijk heeft toegepast. Dit zorgt voor een aanscherping van deze theoretische stellingen en daarmee tot een andere benadering van het begrip “identiteit”.