Om bekende en onbekende schrijvers van Nederlandse bodem die in de genre spanning / fantasy druk bezig zijn en een aantal boeken of verhalen hebben gepubliceerd, toch wat meer bekendheid te geven, heb ik besloten een serie "spotlights" te maken, waarin ik een schrijver even in het spotlicht plaats. De bedoeling is dat ik om de zoveel weken / maanden (afhankelijk hoe druk ik het heb), een schrijver in het zonnetje zet, en nog meer dan dat: door vragen van schrijver tot schrijver te stellen dieper tot het proces van schrijven probeer te komen. Dit keer is het de beurt aan Patrick Brannigan.
Hey Patrick,
Bedankt voor je deelname aan Spotlights en dit interview. Je hebt de afgelopen twee jaren een uiterst productieve tijd gehad. In 2013 kwam de verhalenbundel Het indigo van de dood uit en dit jaar de roman Evenbeeld. Ook heb je verschillende prijzen gewonnen, waaronder in 2011 de NCSF prijs en de Unleash Award, en in 2012 werd je uitgeroepen tot Kampioen van de Nederlandstalige Speculatieve Literatuur. Misschien is eerst een kleine introductie op zijn plaats. Je hebt, als we je biografie lezen een bewogen leven achter de rug: je hebt historisch letterkunde gestudeerd, werkt al een aantal jaar als redacteur, maar hebt tevens als matroos gewerkt en door Afrika gereisd. Op welke manieren komen al deze elementen van jou terug in je verhalen? In hoeverre heeft bijvoorbeeld je leven als matroos bijgedragen aan het verhaal Het indigo van de dood (dat over een kaperkapitein gaat) en hoe ben je uiteindelijk na alle omzwervingen bij historische letterkunde terecht gekomen?
Nou, ik heb sowieso altijd al een fascinatie gehad voor ouderwets zeemanschap. Dat begon met het lezen van de Hornblower- reeks van C.S. Forester. Als zeventienjarig broekie kwam ik als dekzwabber op de wilde vaart terecht en voer ik naar landen als Algerije, de VS, Guyana en de Franse Antillen, terwijl mijn kakvriendjes van het gymnasium diezelfde zomer met hun ouders naar Italië gingen. Mijn fascinatie eindigde met het wroeten in VOC-archieven om mijn scriptie te kunnen schrijven, zodat ik als historisch letterkundige kon afstuderen Uiteraard ging mijn scriptie niet over iets saais als de economische geschiedenis van Lutjebroek, maar over de avonturen van een 17e-eeuwse VOC-matroos die met zijn schip verging bij het huidige Bangladesh, bijna kannibalisme pleegde en betrokken raakte bij een lokale oorlog waarin honderdduizenden crepeerden. Al deze (lees)ervaringen heb ik gebruikt in mijn verhaal Het indigo van de dood: de rauwheid van het zeemansbestaan, de verwondering over vreemde culturen, de bruutheid, de barbarij. Alleen het echte leven biedt inspiratie voor het schrijverschap. Je wordt er geen betere schrijver van als je aan navelstaren doet, mijmerend uit je zolderraam staart en het eng vindt om te reizen.
Je bundel Het indigo van de dood is een bundel met diverse genres, waaronder horror, maar ook urban weird, fantasy en steampunk? Hoe weet je al deze genres te overbruggen? En welk verschil zie jij zelf, uit het oogpunt van een schrijver, in al deze genres?
Al dat geleuter over de verschillen tussen genres is tegelijk heel menselijk, maar ook nogal bekrompen. Menselijk, omdat uitgevers en lezers een boek (en een heleboel andere zaken) graag in een bepaald hokje willen duwen. Tegelijk vind ik het nogal bekrompen, omdat een goed boek genre-overstijgend is. En ik vind dat je een verhaal niet op genre moet beoordelen (met alle bijkomende dogma’s), maar op het verhaal an sich: wat doet het met je? Boort het emoties aan waarvan je niet eens wist dat die bestonden? Moest je vloeken, huilen, lachen, huiveren terwijl je het las? Dat zijn belangrijke zaken. Niet of het post-apocalyptische steampunkhorror is. Of dystopische dark fantasy. Of pieremagoggel-chicklit.
Als je van een afstand naar je bundel, of zelfs gehele oeuvre kijkt, wat zijn de terugkerende motieven en thema’s in je verhalen?
Het monster dat in iedereen huist. Moedig zijn, ondanks een onafwendbaar noodlot. Liefdeloosheid. Wanhoop. De meer gezellige thema’s en motieven, dus.
Ik merk als ik je verhalen lees, in sommige verhalen meer dan andere, een erotische ondertoon. Wat betekent dit voor jou? Hoe past het in je thema's en motieven? En hoe koppel je dit aan de ware aard van de personages?
Lust is een elementaire oerkracht, veel sterker dan een evolutionair onbelangrijke concepten als liefde of trouw. Lust is een monster dat in iedereen huist, zowel mannen als vrouwen. Als het losbreekt, vernielt het huwelijken. Ongebreidelde lust zorgt voor de verspreiding van allerlei gore ziekten. Lust brengt mensen ertoe om anderen te verkrachten. Lust is een belangrijke drijfveer voor mensen, dus ook voor mijn personages. Ik wil mijn proza zo realistisch mogelijk maken, dus komt er seks in mijn verhalen voor. Bij mij vind je geen omfloerste of feeërieke beschrijvingen, maar eerlijke, rauwe erotiek. Tegelijk is de lust bij mijn personages een motief om aan te tonen hoe dun het laklaagje van onze beschaving is. Er hoeft maar weinig te gebeuren om het monster te bevrijden. Ik heb gelezen dat mijn verhalen seksistisch zouden zijn, omdat mijn personages zich als hitsige beesten gedragen. Dergelijke lezers begrijpen mijn werk dus niet.
Als schrijver wordt je vaak in een specifieke genre geplaatst. Of door een uitgeverij uit commerciële oogpunt of door het publiek. Hoe ga jij hier als schrijver mee om?
Ik wéét dat je als schrijver tot een bepaald genre moet behoren om beter verkoopbaar te zijn. Tegelijk verfoei ik het. Steengoede auteurs zoals Neil Gaiman hoeven zich hier geen moer van aan te trekken. Omdat ik (nog) niet zijn bekendheid geniet, moet ik me conformeren. Het voelt als een dwangbuis. Waarom is er bijvoorbeeld dat snobistische onderscheid tussen genrefictie en literatuur? Wanneer is het ontstaan? Waarom worden George Orwell, Bram Stoker, Jules Verne en Mary Shelly wél tot de wereldliteratuur gerekend en Jack Vance bijvoorbeeld niet? Waarom is Jan de Hartog geen literatuur? Omdat hij zo christelijk-moraliserend was? Het is allemaal zo arbitrair.
Ik zag op je website dat veel van je verhalen ook op Smashwords zijn te bestellen. Hoe heb je de overstap naar Smashwords naar Zilverspoor gemaakt?
Ik leerde Jos Weijmer van Zilverspoor kennen op een uitreiking van de Unleash Award. Ik maakte een positieve indruk op hem, volgens mij omdat ik goed tegen drank kan. Tegelijk vond ik hem een hele aardige, spontane vent met een bruisende liefde voor het boekenvak. Met deze ontmoeting in ons achterhoofd gingen we een hele tijd later samenwerken. Ik redigeer nu al een hele tijd manuscripten voor Zilverspoor. En uiteraard kregen we uiteindelijk het idee om mijn verhalen te bundelen. Dat is dus mijn verhalenbundel Het indigo van de dood geworden.
In je roman Evenbeeld zijn ook weer veel genres ineen gesloten. Hoe ben je op het idee van het boek gekomen?
Tja, weer die genres… Evenbeeld bevat veel elementen uit de science fiction (robotmitrailleurs, cyborgs, psychonautica), maar ook uit de fantasy (aardmannen, tovenaars, monsters) en de horror (executies, geestverschijningen). Tegelijk zitten er literaire elementen in: intertekstualiteit, gelaagdheid, motieven, existentiële twijfel en symboliek. Ik hoop dat recensenten inzien dat ik heb geprobeerd genre-overstijgend te schrijven en niet alleen vanuit genre-dogma’s oordelen.
Ik was een hele tijd verslaafd aan het spelen van World of Warcraft. Tijdens een ellenlange speelsessie kreeg ik tegen het ochtendgloren een briljant idee. Al zeg ik het zelf. Ik kreeg dat idee maar niet uit mijn hoofd, en dat zijn volgens alle handboeken de beste ideeën. Uiteindelijk heb ik het uitgewerkt tot een roman. Wat dat idee was? Ja, ik ga natuurlijk geen spoilers geven.
Wie zijn overigens je grote inspiratoren? En welke verhalen kunnen we in de toekomst van jouw hand verwachten?
Albert Sánchez Piñol is een meester in het scheppen van lugubere, bevreemdende sferen. Hemingway was een meester in beknoptheid. Karl Ove Knausgård is er in geslaagd om mijn blik op de wereld te veranderen. En de vertelkracht van Coetzee is overweldigend. Maar – meer op het vlak van de genrefictie – ik vind ook Joe Abercrombie geweldig. Neil Gaiman schrijft heel treffend. En Jack Vance was een miskend literair meester. Uiteraard kan ik me nog lang niet meten met één van de bovengenoemden, maar het is wel mijn streven.
Ik ben nu bezig met een dystopische toekomstroman met de werktitel Ragnarok. Het wordt een roman over de liefde van een vader voor zijn kinderen, wanhoop, krankzinnigheid, moed en de onafwendbaarheid van het noodlot. Geen vrolijk boek. Maar wel een boek dat moet verschijnen. Een boek dat noodzaak heeft.
Daarop aansluitend: waar komt deze noodzaak vandaan? En dan bedoel ik het ook in de brede zin: de noodzaak om te schrijven?
Soms heb ik de neiging om te moralistisch te zijn, maar ik kan me niet inhouden bij het zien van alle domheid, onverschilligheid, onrecht en wreedheid in de wereld. Mijn proza is daar een verweer tegen. Als ik via mijn verhalen mensen aan het denken kan zetten over de verwoesting van de natuur, het gebrek aan beschaving, hun eigen oppervlakkigheid, hun leegheid, hun liefdeloosheid en hun materialisme, dan heb ik veel bereikt. Het is noodzakelijk dat je het monster in jezelf erkent én onderdrukt. Het is noodzakelijk dat je blijft vechten, hoewel je beseft dat je nooit kunt winnen. Dat is mijn drijfveer om te schrijven, en tegelijk de boodschap die ik aan mijn kinderen mee wil geven.
Biografie van Patrick Brannigan:
Patrick Brannigan (1971) was onder meer matroos op de wilde vaart, kelner op het zonnige Lefkas en hij studeerde af als historisch letterkundige. Daarna ging hij op safari in Afrika, werkte als reisleider en als freelance tekstschrijver.
Sinds enkele jaren doet Patrick mee aan verhalenwedstrijden. In 2011 won hij de NCSF-prijs met Echte schoonheid zit van binnen en de Unleash Award met De weg der eerzucht. Begin 2012 werd hij de nieuwe Kampioen der Nederlandstalige Speculatieve Literatuur. In augustus 2013 verscheen zijn verhalenbundel Het indigo van de dood bij uitgeverij Zilverspoor. In februari 2014 verscheen Evenbeeld, een dystopische roman die ongetwijfeld de gehele wereld zal veranderen. En inmiddels zijn de eerste vier hoofdstukken van Ragnarok af; een roman over de onafwendbaarheid van de dood, wanhoop, krankzinnigheid, moed en de liefde van een vader voor zijn kinderen.
Bibliografie van Patrick Brannigan
Evenbeeld Feb 2014
sciencefiction/fantasy novel
Het indigo van de dood Aug 2013
anthology, Zilverspoor
De vloek van de Almoeder Okt 2011
short story in the anthology Fantastisch Strijdtoneel II
De theekoepel Juli 2011
short story on DeNachtvlinders.nl
De weg der eerzucht Juni 2011
short story Pure Fantasy Magazine #23 (Unleash Award 2011)
Bran van Alman’or Mei 2011
short story on Geekstijl.nl
Echte schoonheid zit van binnen Jan 2011
short story in the anthology Echte liefde (NCSF-award 2010)
Virgin Galactics Dec 2010
short story in Topics Magazine
Een vervloekte viking Dec 2010
short story in Pure Fantasy Magazine #21
Kruispunt Juni 2010
short story, Parelz Publishers
Het jachtgeweer Juni 2010
short story in Wonderwaan Magazine #14
Migiro de halfbloed Juni 2010
short story in Pure Fantasy Magazine #19
Het verborgen zwaard Dec 2009
short story in Pure Fantasy Magazine #17
De woestijnroos van Waridi Juni 2009
short story in Pure Fantasy Magazine #15
Kjell van Kylemore Juni 2009
short story in the anthology Fantastisch Strijdtoneel I
Bestellen:
Evenbeeld kun je hier bestellen.
Het indigo van de dood kun je ook bij Zilverspoor bestellen.
Hier is de website van de auteur (waar je ook boeken kunt bestellen): Patrick Brannigan
Voorgaande spotlights:
M.J. Wolf
Joris van Leeuwen (J. Sharpe)
Thomas Olde Heuvelt
Marion Altena
Rianne Lampers
Rik Raven
Mark van Dijk