Navigatie

Publicaties

 

Deze maand is een er een zomer verhaal van me verschenen in de tijdschrift KingThings met prachtige illustraties van Martine Bleyen.

 

Wil je lid worden, prachtige verhalen en recensies lezen - het tijdschrift is gratis - klik dan hier. Je leest hier werkelijk van alles. Van Fantasy tot natuurlijk horror.

 

Het was weer een eer om dit haar opnieuw het zomer verhaal te leveren.

 

 

 

Fragmenten uit het verhaal (met werken van Martine Bleyen):

 

"Zodra ze over de ketting waren gestapt, wisten ze dat ze een fout hadden gemaakt. De grond voelde anders. De lucht voelde anders. Eline greep hem onmiddellijk bij zijn arm vast. Misschien had de ontbinding, echter, zich allang daarvoor ingezet."

 

 

 

 

"Ze stonden nog achter het houten bordje dat aan de ketting zwierde. “Verboden te betreden” stond erop, toch waren ze zonder na te denken over het bordje en de ketting heen gestapt en waren ze drie stappen verder gelopen. Waarom? vroeg hij zich nu af, terwijl de grond onder zijn sandalen wegzakte. Waarom waren ze, zonder überhaupt een discussie te voeren, of zelfs twee keer na te denken of te overleggen, op het verboden terrein gegaan?"

 

 

 

 

 

"Hij keek op de kaart, maar zag dat dit pad niet op de kaart stond aangegeven. Dat was niet nieuw, dat kwam vaker voor met dit soort wandelroutes. Wat wel nieuw was, was dat de atmosfeer plotseling veranderde. Dat de lucht plotseling dikker en stroperiger leek. Er waren geen wolken voor de zon geschoven, toch had alles plotseling een andere en meer paarsachtige kleur."

 

 

 

 

 

 

"De ketting was weg. Het bordje was weg. Daarvoor in de plaats zag hij een donkere nevel die vanachter de ketting uit de grond opsteeg en met zijn vingers naar beneden reikte. Het was alsof de ketting en het bordje aan het oog werden onttrokken. Het landschap achter de ketting was een bewegende en kolkende grijze mist."

 

 

 

 

 

 

‘Het volgt ons.’ Er klonk nog steeds hysterie in haar stem. En toen hij zich omdraaide, zag hij dat ze gelijk had. De nevel had zich ver buiten het hek verplaatst en alles wat hij aanraakte verdroogde, knapte en brokkelde af. Zo zag hij de takken van de kleine dennenbomen zwart worden en vervolgens in het niets verdwijnen. Hoorde hij het gras bevriezen en zag hij hoe brokken aarde in een afgrond wegvielen. Dit was geen muur, besefte hij, maar een mes. Een zwart mes, dat de werkelijkheid in tweeën sneed, dat als een donker gevaarte op hun afkwam.

 

 

 

 

"Hij wist nog goed hoe hij haar voor het eerst ontmoette. Jaren geleden toen ze achter de balie van een koffiewinkel werkte. Hij kwam daar iedere dag en haalde om negen uur in de ochtend netjes zijn espresso. Altijd in zijn pak, altijd in zijn stropdas, met een krant onder zijn arm. Hoewel ze daar een jaar werkte en hij daar iedere dag kwam, leken al die dagen aan het begin van hun relatie op zomer (...) Wanneer was de stilte tussen hen begonnen? Hij herinnerde het zich niet meer. Was het bij de scheur op het plafond geweest? Of op het moment dat ze zei: “Ik houd van je,” maar hij de woorden niet kon formuleren? Hij herinnerde zich wel dat ze op een ochtend (en ook in deze herinnering scheen de zon naar binnen) in de serre van hun huis zaten en dat hij van zijn krant naar haar opkeek. Ze at een croissant en dronk haar koffie. De routine van een normale zaterdagmorgen, toch was deze zaterdagmorgen anders geweest. Omdat de stilte hem plotseling opviel. Zoals de liefde hem daarvoor plotseling was opgevallen. Er was iets verdwenen. Iets wat niet meer terug te halen was..."

 

 

Blog

Contact