De rozenstruik is een verhaal over een IT-specialist die zich min of meer bewust op het randje van paranoia begeeft in de polemiek en sfeer rond de Oorlog tegen het terrorisme en de chaos van na 11 september. Terwijl hij tussen de stofwolken van de op de op internet gevoerde informatie-oorlog hun bedoelingen ontcijfert, kruipen zijn tegenstanders hem steeds dichter op de huid. Ook de Koninklijke familie blijkt een rol te spelen in de verwikkelingen rond zijn persoon. Het thema van het verhaal is de aard van de werkelijkheid die ons omringt en de grens tussen de werkelijkheid zelf en fantasie.
De rozenstruik
Het is nacht en de rozenstruik rijst boven David uit. Hij houdt een roos voor zijn neus en ademt diep in, de weeë geur bedwelmt, een paar seconden sluit hij zijn ogen. De avond is zwoel, een zachte wind streelt de huid. David pakt een steel tussen de doornen stevig beet en plukt een bloem. De roos gaat in de zijzak van zijn jas, ze steekt boven de rand uit. Met zijn palm streelt hij de satijnen kroonbladeren, dan knijpt hij er stevig in en snuift diep de geur in de handpalm op.
David wil even uit zijn huis, weg van het internet, weg van al de artikelen die er te lezen zijn, weg van de email en zijn blogs. De stadse lucht is fris op dit tijdstip, alleen een enkele taxi rijdt rond op zoek naar klandizie. Na twee straten loopt hij een café binnen, er liggen rode kleedjes op de tafels en op de planken houten vloer knispert zand, achterin staat een klein biljart met een strak groen laken, de trots van de eigenaar. David groet hem en de man aan de bar met een knik, de barman schuift een asbak naar voren en schenkt zwijgend een oude jenever uit een beslagen fles. David pakt een kruk, gaat met zijn ellebogen op de bar hangen en draait een shaggie, de barman houdt hem een vuurtje voor. De kaarsen op de bar weerkaatsen in de spiegel erachter.
“Alles goed?”, opent de barman. David kijkt gelaten terug.
“Het gaat zo het gaat, Teun, meer kan ik er niet van maken.” Hij houdt zijn glas hoog en neemt een slok van zijn jenever. Hij vraagt een glas met water en doet de roos erin. Teun en de man naast David glimlachen.
“Ben je nog met de Amerikanen bezig?”, zegt de man, hij geeft hem een klap op de arm. Diepe rimpels tekenen zijn gelaat, hij draagt een grijs arbeiderspetje en een stoffig colbert en kijkt David met een ondeugende blik in de ogen. Voor hem in de asbak ligt een halve sigaar. “Ben je nog steeds bezig met de aanslagen in in New York? Je vertelde dat die terroristen van Bin Laden door de CIA zelf zijn opgeleid in de oorlog in Afghanistan tegen de Sovjets, en dat er aanwijzingen zijn dat de Amerikanen zelf iets met die aanslag in New York van doen hebben. Hoe zat dat ook weer met die laatste toren?”
"Gijs houd alsjeblieft op. Jullie gaan toch niet weer beginnen?' Teun knipoogt naar David en wrijft met zijn handen in de theedoek, die aan zijn schort hangt.
“Die derde toren stortte in zonder dat er een vliegtuig in stortte”, zegt David. Hij houdt zijn handpalm bij de kaars voor hem en concentreert zich op de warmte. “De toren kwam zo snel naar beneden alsof het een vrije val was, wat alleen kan als hij met explosieven neergehaald is. Dat wordt door verschillende experts bevestigd. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat een wolkenkrabber instortte door een brand.”
“Maar dat is nog geen bewijs dat die toren door explosieven is neergehaald?”, brengt Teun in. “Die toren heeft een grote klap hebben gehad nadat die andere twee waren ingestort. Dat is ook nog niet eerder gebeurd, toch?” David schudt zijn hoofd.
“Er zijn door onafhankelijke experts bepaalde stoffen gevonden, die wijzen op explosieven. Daarbij vonden ze gesmolten metaal. En een brand kan nooit zo heet worden, dat het staal smelt. Zelfs met duizenden liters kerosine niet.”
“Maar dat zou betekenen dat men willens en wetens de eigen burgers heeft laten vermoorden. Dat bepaalde mensen al wisten van de aanval. Dat zal toch niet waar zijn?” David zucht en neemt een slok van zijn jenever, de barman vult hem bij.
“Het is moeilijk om mensen te overtuigen van dit verhaal”, zegt hij en kijkt Teun doordringend aan. “Maar mensen kunnen een hoop narigheid bedrijven, als ze denken dat het voor een hoger doel is. Zeker is dat de Amerikanen door geheime diensten van andere landen zijn gewaarschuwd dat er een aanval met vliegtuigen op handen was. De Israëli's, Britten, Russen, zelfs de Italianen hebben aan de bel getrokken. En opvallend is dat zowel de journalisten van de BBC als de CNN meldden dat de derde toren was ingestort, terwijl ze op de beelden nog overeind staat. Twintig minuten voor de ineenstorting. Alsof ze te vroeg ingeseind waren.” Gijs schudt zijn hoofd ongelovig.
“Ik vind het toch moeilijk te geloven. Dat regeringen dat hun eigen bevolking aan zouden doen.”
“Als ze het niet zeker geweten hebben”, zet David uiteen met wijde armgebaren, “hadden ze op zijn minst een sterk vermoeden kunnen hebben. Het feit dat ze ontkennen iets geweten te hebben is verdacht, aangezien ze wel degelijk gewaarschuwd zijn. Maar er zijn wel gekkere dingen gebeurd in de geschiedenis, als het gaat om het offeren van mensen aan de goede zaak. Pol Pot, Hitler, Stalin. Een moord meer of minder voor het welzijn van het volk telt niet voor zulke mensen. De macht kijkt ze op ons neer vanuit de hoogte als een adelaar naar de nietige haasjes die zijn maag gaan vullen. De Vietnamoorlog is ook uitgelokt door de VS. De aanval op Pearl Harbour in de Tweede Wereldoorlog was al bekend bij de veiligheidsdiensten. Om zichzelf te financieren werden rebellen in Nicaragua en Colombia door de CIA aangespoord cocaïne te produceren, die aan de bevolking in Amerika aan de man werd gebracht. In Afghanistan hetzelfde met heroïne. Zo ken ik er nog wel een paar, en ik ben nieuwe dingen op het spoor.” David drinkt zijn glas leeg, bestelt nog een bier en wijst naar het lege glas voor Gijs. Teun vult de glazen bij en schenkt zichzelf een borrel.
“De tent gaat sluiten, maar jullie mogen nog even blijven”, zegt hij. “Voor de gezelligheid.” Hij pakt een kruk en gaat naast David zitten. “Hebben die mensen dan geen geweten? Je eigen bevolking zo te grazen nemen, je moet maar durven.” David wrijft over zijn kin, de stoppels prikken zacht. Loom hangt hij tegen zijn kruk aan, de voeten leunen tegen de voetensteun aan de bar. Hij trekt zijn jas uit en hangt hem over de kruk, neemt een slok jenever, proeft het na en spoelt het weg met bier. Dan kijkt hij naar Teun op.
“Vaak is het excuus voor de publieke tribune dat het een offer voor een hoger doel is, want het volk wil niet vanwege de belangen van de elite oorlog voeren. Maar oorlog draait gewoon om macht, geld en grondstoffen, dat is nooit anders geweest. Voor de Afghaanse moedjahedien was de strijd tegen de Sovjet-Unie de strijd tegen het Rijk van het Kwaad, tegen de baarlijke duivel. Maar bij de Sovjets er speelden geopolitieke overwegingen over invloed en grondstoffen in de regio, en de angst voor oprukkend islamitisch fundamentalisme. Hetzelfde in Irak, daar staan miljardeninvesteringen in olie en gas op het spel. Nu is de olie genationaliseerd en krijgen buitenlandse bedrijven geen deel van de koek. Dan is er nog het militair-industrieel complex van de VS, dat heeft zijn eigen belangen en invloed. Een oorlog is de beste manier om je wapentuig in de etalage te zetten, en wapens die hun waarde hebben bewezen in de praktijk verkopen het beste. En vergeet niet dat tanks ook niet rollen zonder olie. Er spelen enorme strategische belangen. Die worden niet publiekelijk uitgespeeld, maar spelen een rol achter de schermen en zijn hooguit bekend in academische discoursen. Zulke dingen, net als andere zogenaamde samenzweringstheorieën, komen niet in de belangrijke nieuwsmedia. Het publiek vecht niet graag voor de winsten van de oliemaatschappijen.”
“Die media zijn daar in handen van superrijke zakenlui en mediumimperia, die vriendjes zijn met elkaar en met de politieke top. Ze hebben elkaar nodig.” Gijs pakt zijn sigaar, houdt hem even voor zijn neus en steekt hem aan, voorzichtig trekt hij eraan. David draait werktuiglijk een shaggie.
“Maar nu is er internet, het is veel simpeler geworden je te informeren, en je hoort meer dissidente geluiden. Dat is ook nieuw, er komt meer naar buiten.”
“Internet is een zegen”, beaamt Teun. “Deze is van mij”, vervolgt hij en vult de glazen bij, hij vult een emmer met sop en begint het aanrecht te soppen.
“Maar het gros van de mensen”, zegt David, met zijn hand op de bar de maat aangevend, “laat zich via de grote traditionele media voorlichten over wat er gaande is, en die zijn in handen van dezelfde soort neoconservatieve fanatici als die achter de schermen bij de regering Bush aan de Irak-oorlog werken. De neocons willen alleen maar de wereldheerschappij van de VS bestendigen. Niets meer, niets minder. Journalisten moeten schrijven zoals de eigenaar het wil, anders kunnen ze naar een andere baan omzien. De media zijn niet voor niks zo oorlogszuchtig, ideologische tegenstanders worden publiekelijk afgeslacht, zodat zelfs politici wel uitkijken een andere mening er op na te houden.”
“Dat is allemaal goed en wel”, zegt Teun, terwijl hij de koperen tapkranen met een doekje afsopt. “Maar je was iets nieuws op het spoor?”
“Nu”, zegt David, hij wrijft met zijn hand door zijn haren, kijkt in de spiegel naar zijn verslonsde haren en zijn beginnende baard, die zijn bleke huid niet verdoezelt.
“Het is eigenlijk een dwarsspoor. President Bush is erg christelijk, hij gelooft letterlijk dat Christus na drie dagen uit de dood is opgestaan en naar de hemel is opgestegen. En dat is niet het laatst wat we van de beste man zullen horen. De messias zal wederkomen, en dat moment wordt aangekondigd door tekenen die de eindtijd aankondigen, zoals beschreven in de Openbaringen van Johannes. De eindtijd wordt gekenmerkt door de komst van de Antichrist, de baarlijke duivel. Er zal een epische strijd om Israël uitbreken tussen Israëls vrienden, ofwel de VS, en haar vijanden. Dat zullen de Arabieren natuurlijk zijn, en verder de Russen en de Chinezen. Rond deze tijd zal de Heiland komen, de vijanden verslaan en vrede brengen.” Teun lacht, terwijl hij gaat zitten en zijn jenever uitdrinkt, dan slaat hij zijn armen over elkaar en kijkt David in de ogen.
“Dus jij denkt dat het Bush daarom te doen is? Een religieus visioen?”
“Wel een visioen dat veel mensen onbewust en bewust aanspreekt, omdat ze er min of meer in geloven. Driekwart van de Amerikaanse bevolking gelooft letterlijk in de wederopstanding van Christus, en velen ook in zijn wederkomst. Dat geloof in de messias is een onderliggend culturele boodschap, een soort stilzwijgend motief waar niemand het publiekelijk over heeft, omdat de rest van de wereld daar geen boodschap aan heeft. Maar de president allitereert er wel op, door opmerkingen te maken die verwijzen naar de Openbaringen van Johannes en naar het Einde der Tijden. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, maar volgens deze mensen hebben we als mensheid ons lot in eigen handen. Het is een heilige plicht voor de Israëli's op te komen, die kunnen per definitie niets fout doen, als Gods voormalige uitverkoren volk.”
“Voormalig?”, onderbreekt Gijs. “Dat geloven ze toch nog steeds?”
“Maar de Amerikanen denken dat zij zelf het uitverkoren volk zijn. Jezus' religie heeft immers de plaats ingenomen van de joodse, dus zij waren toen al hun bijzondere positie kwijtgeraakt. En daarna was Amerika Gods manier om overnieuw te beginnen, nadat de Oude Wereld door en door corrupt was geworden. Amerika moet de wereld leiden, in Gods naam.”
“Vandaar al die oorlogen, interventies en bemoeienissen?” Gijs strekt zijn wenkbrauwen op.
“Nu, natuurlijk volgt buitenlandse politiek eerst de economische belangen, maar aangezien Amerika de uitverkoren natie is, bijt dat de religieuze doctrine niet. De ironie is dat de Amerikanen geloven dat de joden bij de wederkomst van de messias de kans zullen krijgen zich te bekeren tot het juiste, het christelijke geloof.” Gijs lacht breed, hij draait zich naar David en legt zijn hand op zijn schouder.
“Weten de Israëli's dat wel?”, vraagt hij. “Dat is toch van de zotte, dat de Amerikanen de geheime agenda hebben hen allemaal te bekeren?”
“Natuurlijk weten ze dat. Ze maken er gebruik van. Ze zijn een belangrijkste buitenlandse politieke invloed in de VS, ze weten dat ze niet bang hoeven te zijn dat de VS hun gedrag snel zal afkeuren, laat staan bestraffen. De VS zullen Israël tot het einde verdedigen, het is een heilige plicht.” David doet zijn vingers in elkaar en strekt zijn armen boven zijn hoofd. Hij drinkt zijn glazen leeg, rekent af en loopt naar buiten in de richting van het park, zijn handen in de zakken, met gebogen rug en snelle pas, hij wil de stilte van de nacht gebruiken om zijn gedachten te ordenen. Door de bomen schijnt een sikkelvormige maan, omringd door sluierbewolking.
Vandaag had Davids Engelse blog meer dan honderdvijftig bezoekers. Vooral zijn nieuwe religieuze theorie werd goed bekeken. Maar het zal nog meer de aandacht van pottenkijkers trekken, bedenkt hij. De Amerikanen houden er niet van als hun motieven worden blootgelegd. Maar ook in Nederland zullen zijn aanstaande onthullingen over de connectie van de oorlog in Irak met het koninklijk huis bepaalde kringen niet welgevallig zijn.
Bekend is allang dat de Amerikaanse bewijzen dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens zou hebben ongegrond waren. Voor wie het wilde zien was dat tevoren al duidelijk. Bij een lezing door een voormalige inspecteur van de Verenigde Naties van chemische wapens in Irak werd verteld dat het regime al tien jaar geen nieuwe chemische wapens had gemaakt, want door de boycot heeft het land geen nieuwe grondstoffen kunnen invoeren. De oude voorraden zijn inmiddels vergaan, vervallen in de tijd zoals chemische stoffen doen. Ofwel, er konden geen chemische wapens zijn. Dat was al duidelijk.
Eerder werd het argument dat Irak banden had met de terroristen van Bin Laden al onderuit gehaald. Daarna kwam ineens de sterke behoefte op het arme Irak te democratiseren. Maar de werkelijke reden van de oorlog is de Amerikaanse hegemonie in de eenentwintigste eeuw te handhaven, en hiervoor is het nodig om haar eeuwig groeiende behoefte aan olie en gas zeker te stellen. Ofwel, regimes in het Midden-Oosten die niet meewerken, moeten vervangen worden. Iraks olievoorraden werden door het land zelf beheerst, daar hadden de invloedrijke Westerse oliemaatschappijen geen toegang toe. De boycot van het regime deed de olieproductie geen goed, en het feit dat het Amerika de rug had toegekeerd maakte de toevloed van olie sowieso onbetrouwbaar. En dus de prijs van olie kwetsbaar.
Langs een geteerd voetpad door het gras gaat David zitten op een bank die uitkijkt op een meer. In de verte een holle metalen brug over een kreek. Hij pakt tabak, die hij bewaart in zijn achterste broekzak waardoor het platgeslagen wordt. Omzichtig trekt hij wat plukjes los en draait er een shaggie van. Dan leunt hij achterover, neemt een teug, en blaast de rook aandachtig over zijn papillen, het hoofd wordt licht.
Hij wil nieuwe onthullingen plaatsen over het koninklijk huis. Hij werd op het spoor gebracht door Mark, een Amerikaanse medestander met een eigen dissidente blog. Mark wees erop dat de Bilderberggroep, de jaarlijkse bijeenkomst van de meest invloedrijke zakenlui en politici van de VS en Europa, mede door prins Bernhard na de oorlog was opgericht om de banden tussen de VS en Europa te versterken en te praten over de economie, politiek en defensie. Bilderberg bepaalt in feite hoe de wereld geregeerd wordt.
De eerste conferentie was zelfs in Nederland. De koningin gaat er nog elk jaar heen, om haar invloed te laten gelden, die vanwege haar vaders rol in de oprichting niet gering zal zijn. Nederland mag een klein land zijn, maar het is in de grote buitenlandse politiek altijd een slaafse steunpilaar van het Amerikaanse beleid. De zekerstelling van de olietoevoer is niet alleen een Amerikaans belang. Ook Europa vaart wel bij ingrijpen. Zij functioneren als onze huurlingen, diegenen die het vuile werk op knappen. British Petroleum, Shell en de Amerikaanse olieproducenten willen allemaal een deel van de Iraakse koek.
David bukt zich en pakt een steentje van de grond, hij gooit hem in het water. Rond de plaats waar de steen landt breiden golven zich uit, langzaam doven de kringen uit. David neemt een laatste teug van zijn peuk, de gloeiende punt brandt zijn vingers en met een vloek gooit hij hem weg, in het water, waar het met een sis in verdwijnt.
Dikke, langzame droppels vallen uit de hemel, ze vallen warm en aangenaam op zijn gezicht en handen. Aan de hemel doorstralen de regenstralen de donkergrijze wolkenpartijen, hij sluit zijn ogen en voelt het water in stralen zijn nek in glijden. De regen, na een hete zomerdag, komt als een zegen. Met een brede grijns heft hij zijn gezicht naar de hemel, het water klets over zijn gelaat en gesloten ogen. Als Gods tranen over dit trieste dal.
De crux zit er hem in, dat het koninklijk huis een aanzienlijk pakket aandelen heeft van Shell. Dat wist Mark weer niet, maar hij was niet verbaasd van het nieuws. Niemand weet precies hoeveel aandelen de Oranjes bezitten, maar aangezien het een van de rijkste families ter wereld is, zal het niet weinig zijn. De politieke invloed van de Oranjes is altijd een gevoelige kwestie geweest, maar als publiek werd dat zij belang hebben bij de oorlog in Irak, en via Bilderberg invloed hebben op de besluitnemers, zowel de Britten als de Amerikanen, zou dat het einde betekenen van de Oranjes en werd Nederland rap een republiek. Maar wat er in Bilderberg wordt besproken blijft binnenskamers. Te bewijzen valt er niks.
Het gaat om de grote verbanden. Het zien van de tekenen des tijds. En daaruit concludeer je wat er onderliggend speelt. Maar het blijven speculaties. Samenzweringstheorieën. De gewone media durven er niet aan. Volg het geld, is het oude adagium. Volg het geld als je wilt weten wat er werkelijk speelt. En wie dan goed kijkt, ziet welke raderen de machine in beweging zet, welke machinaties er spelen, wie aan de touwtjes trekt.
Dat is gevaarlijke kennis.
David pakt de roos, hij voelt de steel. De doorn prikt in zijn wijsvinger. Hij duwt door, tot hij door zijn huid heen prikt, hij likt de druppel bloed op. Het bloed raakt licht zijn papillen, het proeft zoet. De roos, zacht als satijn en harmonieus zoals alleen echte schoonheid kan zijn, maar met scherpe doornen, is als de waarheid. De waarheid kan schoon zijn en zich als een openbaring voordoen, een plotseling opkomende luciditeit waarin je het gevoel hebt alles te doorzien, in een kortstondig moment van goddelijk inzicht. Maar als je haar omarmt prik je je aan de doornen. Dan blijken er haken en ogen te zitten aan het overzichtelijke plaatje dat je had, de logische wereld die je had gecreëerd. Met zijn duim duwt hij op zijn wijsvinger, er sijpelt een druppel uit de wond. David zucht, hij veegt het bloed af aan zijn broek en staat op. Tijd om naar huis te gaan. Tijd om te gaan slapen. Hij draait een shaggie voor onderweg en loopt met langzame pas naar huis, de frisse nachtelijke geur van de stad opsnuivend als parfum.
“Doet mij deze maar”, wijst David naar een witte roos. In de houten bloemenkraam, beschut tegen de regen, pakt de gezette vrouw met hoekige bewegingen de grote bloem en wikkelt hem in een cellofaan met een lintje erom.
“Gaan de zaken goed?”, vraagt David.
“Niks bijzonders”, zegt ze met haar armen over elkaar geslagen. “Maar ik moet een naheffing betalen aan de belasting. En hoe je het ook wendt of keert, je komt er toch niet onderuit. De belastingdienst jaagt op je tot aan je graf. Wat zeg ik, tot ìn je graf, zelfs de doden plukken ze.” Ze lacht en geeft David de bloem, hij geeft haar een vijfje. “Voor je vriendin?”, vraagt ze met een knipoog. Hij knikt. De vrouw heeft Anne wel eens gezien. Ze is niet nieuwsgierig, maar wil wel graag alles weten, zo lachte ze de vorige keer.
Anne lacht een brede lach als ze de gift ziet. “Wit, de kleur van de zuiverheid”, zegt ze. “Mijn lievelingskleur.” David knikt en geeft haar een zoen. De ober, gekleed in zwarte broek en strak gesteven wit overhemd reikt hun de menukaarten aan. Zijn met pommade ingevette haren heeft hij strak achterover gekamd. Hij beveelt de wijn van het huis aan met een vriendelijke lach, en als hij hem brengt schenkt hij de glazen half vol.
Wanneer de ober hun gerechten op heeft genomen heffen ze hun glas wijn. Hij heeft lamsvlees, zij eet vegetarisch. Het is rustig in het restaurant, de ober staat steeds achter de bar, glazen op te poetsen of met een half oog op hen een krant lezend.
“Met moeder is alle goed”, vertelt David. “Ze laat drie keer daags haar hondje uit, loopt nog steeds kwiek en doet haar naaikransje. Alles gaat zijn gangetje. Die ouwe heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn.”
“Je ziet haar niet zo vaak meer de laatste tijd, of bel je nog vaak?”
“Ik bel”, zegt hij met een verontschuldigende grijns. “Ik ben druk de laatste tijd. Ik begin steeds meer te begrijpen.”
“Je moedertje is al oud, eens is ze er niet meer. Je bent de laatste tijd erg geobsedeerd. Vroeger ging je nog graag fietsen, lekker uitwaaien en je gedachten verfrissen. Maar nu zit je alleen nog maar achter de computer. Voor je werk zit je ook al de hele tijd achter dat ding.”
“Ik kom ook nog steeds bij Teun”, zegt hij met een lach. Hij neemt een slok van de wijn en kijkt haar in de ogen. Bij Teun hebben ze elkaar ontmoet, zeven jaar geleden. Sindsdien hebben ze een relatie op afstand, ze spreken elkaar dagelijks maar hebben ieder hun eigen stek. Hij raakt zoals altijd weer verloren in haar blauwe, met groene stralen dooraderde irissen en haar stralende glimlach. “Door mijn werk als programmeur ben ik geïnteresseerd geraakt in de geheimen van het net. Eerst hoor je een vage theorie, en denk je van, dat zal toch niet. Dan ga je er meer over lezen, je ziet de bewijzen, en je raakt langzaam overtuigd dat er andere dingen spelen. En dan begint het speculeren.”
“Je drijft af van het onderwerp. Je zou je moeder wat vaker moeten bezoeken. En ik vind het niet gezond, hoe jij zover opgaat in die samenzweringstheorieën. Je wordt er nog een keertje paranoïde van.” Ze slaat de armen over elkaar en kijkt quasi boos naar David.
“Maar dat is het 'm juist. Het is niet paranoïde, maar je begeeft je op de grens van werkelijkheid en fantasie. Van de twijfels over de feiten ga je speculeren, wat er werkelijk speelt. Je hebt aanwijzingen, maar geen bewijs.”
“Internet is ook onbetrouwbaar. Elke mafkees kan publiceren wat hij wil, filmpjes en foto's manipuleren, hoe weet je nou wat waar is?"
“Je kan kijken naar de achtergrond. Er zijn bijvoorbeeld vele ingenieurs die oproepen tot een officieel onderzoek naar de instorting van de derde toren. Dan heb je eerst die man die vertelt dat er chemische stoffen zijn gevonden als in explosieven. Een ander publiceert weer een artikel waarin staat dat die stoffen een bijproduct zijn van aluminium, en dus afkomstig van de vliegtuigen. Beide theorieën kunnen waar zijn, dat betekent dat mogelijk bewijs ongegrond is geworden. En zo zijn er heel veel bezig twijfel te zwaaien.”
“Om jullie in diskrediet te brengen, volgens jou zeker?” Ze fronst haar wenkbrauwen. “Maar die mensen kunnen toch gewoon een andere mening hebben?”
“Natuurlijk, maar ze gaan ook echt grondig te werk, zodanig dat je er een organisatie achter kunt vermoeden. Van rijke sponsoren bijvoorbeeld. Maar het betere werk is bijvoorbeeld zo'n vrouw die zegt dat de torens door ruimtewapens zijn neergehaald. Dat soort dingen maakt de tegenbeweging echt belachelijk. En dan heb je nog mensen die zeggen dat die hele gebeurtenissen rond de aanslagen een vooropgesteld scenario volgden. Waarom konden gekaapte vliegtuigen doorvliegen in de best bewaakte luchtruimte ter wereld? De luchtbeveiliging had toevallig een oefening, en functioneerde niet. De klaarliggende draaiboeken werden niet gevolgd. Deze mensen denken dat de kapingen, de aanslagen, de daaropvolgende aanval op burgerrechten, de campagne die leidde tot twee oorlogen en de oorlogen zelf, één groot plot volgen. Met als doel de wereldmacht van de VS voor de komende honderd jaar zeker te stellen. Dit soort theorieën gaan mij ook net een stapje te ver, maar de regering maakte wel goed gebruik van de situatie en heeft niet erg hard zijn best gedaan om alles te voorkomen.”
“En wat heeft je moeder hiermee te maken?”
“Zij begrijpt het wel, ze weet dat ik met belangrijke zaken bezig ben. Ik zal wat vaker gaan, als je meegaat.” Anne glimlacht en geeft hem een zoen.
“Dat staat. En nu over die paranoia. Misschien is het wel waar allemaal, wat jij vermoedt. Maar wat heb je eraan? Je kan er toch niks aan veranderen, de wereld draait rustig door.”
“Het begint altijd klein. Als je een steen in het water gooit, dan krijg je toch golven? De waarheid surft met de golven mee, hij verspreidt zich vanuit zijn oorsprong en dijt uit in steeds wijder wordende kringen. Zo kan de golf de hele wereld bereiken.”
“Dat is een leuke vergelijking, maar de golf dooft ook steeds meer uit, hoe verder hij komt, tot er een homeopathische verdunning van overblijft. En veel dieper dan het oppervlak komt de golf ook niet. Dus daar heb jij mij niet mee, mannetje.”
“Maar het is zo interessant om te doen. Je leest als het ware de tekenen des tijds, uit allerlei gebeurtenissen leidt je onderliggende motieven af, probeer je de zielenroerselen van de machthebbers te ontrafelen. Uit de zee van informatie probeer je die juweeltjes te vissen, die jou helderheid verschaffen over de werkelijke wereld, de wereld die schuil gaat achter de verschijnselen. Het is bijna een mystieke werkelijkheid. Die mensen opereren in het halfduister. Je moet hun bedoelingen afleiden uit de sleutels die ze loslaten. De lekken. Dat onderzoeken dissidente wetenschappers en andere zonderlingen.”
“Maar je raakt verloren in speculaties. En je kan niks doen, het vreet je alleen maar op uit frustratie wat er in de grote mensenwereld gebeurt. En jij gaat er alleen maar dieper en dieper op in. Op een gegeven ogenblik weet je gewoon niet meer wat waar is. Als je die grens overgaat, leef je in een waanwereld.”
“Je ziet dingen gebeuren, hebt een idee hoe mensen zijn, en trekt daaruit je conclusies. Dat is geen waan, dat is een afgeleide werkelijkheid. Maar het is waar, je voorstelling van waar mensen toe in staat zijn verschuift steeds een beetje. De werkelijkheid verschuift. En je moet oppassen dat je zelf niet mee verschuift.”
“Het doet me aan die film de Matrix denken”, zegt Anne. “Dat mensen niet in de werkelijke wereld leven, maar een soort beeld in hun hersenen krijgen geprojecteerd dat de plaats van die werkelijkheid inneemt, waardoor er een mooie, geordende maatschappij lijkt te bestaan.” David knikt.
“En Neo, de Ene, wordt voorgesteld als een soort messias die de mensheid komt bevrijden van hun geestelijke kettingen. Zo laat Bush zich ook zien als iemand die Gods wil op aarde uitvoert en vrijheid en democratie brengt. Enge mensen.”
“Ik wil het er niet meer over hebben. Ik wordt een beetje triest om zo te denken. Alleen maar kwade bedoelingen zien”.
“Zullen we een koffie met cognac nemen?” Anne glimlacht.
“Lekker”.
Twee weken na het etentje zit David achter de computer. Mark heeft gemaild. David neemt een slok koffie, draait een shaggie en steekt hem aan. De asbak ligt tot de rand vol met as en peuken, op het bureau liggen hoopjes as. Naast hem liggen boeken gestapeld, tegen de muur staan woordenboeken, voor hem staat de monitor op een verhoging in het bureau. Een stapel artikelen ligt dwars op elkaar gestapeld tegen de muur, waar een kleine, zachte lamp het donkerbruine, bijna zwarte bureau verlicht. Hij neemt een teug van de sigaret en begint te lezen. Mark heeft het Bilderberg verhaal, inclusief de rol van de Oranjes en Shell, op zijn blog beschreven, schrijft hij. “Voor de oorlog in Irak was de olie-industrie genationaliseerd. De oorlog moet het land openbreken voor Westerse oliemaatschappijen.” Hij spoort David aan ook te publiceren. David neemt een trekje en kijkt naar buiten, naar het enkele nog verlichte raam in de appartementen aan de overkant, waar hij achter een flikkerend scherm de buren ziet zitten. Hij snuift. Het is laat. Tijd voor heksen en waarheidsvinders, die hun monitor niet op kunnen geven. De goegemeente is naar bed. Vanavond gaat hij niet naar Teun. Marks berichten zijn interessanter nu.
Mark vertelt over het gespannen klimaat in zijn land. “Wie niet voor ons is is tegen ons”, verklaarde de president, en zo zal het zijn. Niet alleen terroristen zijn de vijand, maar iedereen die het niet eens is met het Amerikaanse politieke beleid. Vijand van de staat. Hij wil weten hoe bij ons het klimaat is. David pakt uit de stapel voor hem een hedendaags boek over het gevaar van de islam. Het klimaat is er de laatste jaren niet echt beter op geworden. Uit een kopje gevuld met potloden, een kleine schroevendraaier, een zwarte stift en een nagelschaar pakt hij een balpen, uit de printer neemt hij een vel papier, en hij begint te schrijven. “Al Qaida. Koninklijk huis. Shell. AIVD. CIA. Oorlog tegen het terrorisme. Gemuilkorfde media. Bin laden. Bush. Olie-industrie. Multimiljardaire media-eigenaren.” Hij zet de woorden verspreid over het vel en trekt er lijntjes tussen. Meer woorden vullen het vel. Hij kijkt op naar zijn computerscherm en ziet dat Mark een nieuw bericht heeft gestuurd.
David pakt een stokje wierook met rozengeur en zet hem op. Hij haalt een glas uit de keuken en opent een rode wijn. Tijd om de zintuigen te verwennen. Dat is goed voor de geest. Dat geeft rust. Hij draait een shaggie en sluit zijn ogen. Een oranje waas kleurt zijn netvlies. Waarom moet hij zich zo nodig hiermee bezig houden. Hij hijst diep en blaast langzaam uit door zijn neus. Hij zou bij zijn vriendin kunnen zitten, naar Artis gaan, een filmpje gaan zien. Zijn moeder zien. Wat oude vrienden opzoeken. Het kan allemaal. Hij zet Lou Reed op, Transformer, zet zijn stoel onderuit en gaat achterover zitten, zijn benen legt hij op een stapel artikelen, die op de grond onder het bureau tegen de muur is gestapeld. Hij dooft de peuk, neemt een slok wijn en wendt zich tot het scherm.
Mark schrijft dat de officiële doctrine is dat terroristen van Al Qaida de vliegtuigen in het World Trade Centre hebben laten storten, en wie daar anders over denkt is een landverrader. Dat geldt dus ook voor eenieder die tegen de reactie is, de invallen in Afghanistan en Irak. In Afghanistan was nog duidelijk wat de reden was, het vinden van Bin Laden die zich daar verschuilt had, maar Irak had gewoon een casus belli nodig, en de opgewonden sfeer na de aanslagen maakte het angstige, verbouwereerde en wraakzuchtige Amerikaanse volk gevoelig voor militaire interventie. Er heerst een angstklimaat om tegendraads te zijn en de publieke druk op mensen die zich uitspreken op een dissidente manier is enorm. Hij vermoedt dat de inlichtingendiensten hem in de gaten houden. Hij heeft al een paar keer last gehad van virussen die zijn computer lamlegden. Een keer moest hij een nieuwe kopen, maar elke keer was zijn harde schijf gecrasht en alle informatie gewist. Gelukkig heeft hij voldoende back ups, maar hij ervaart het als een waarschuwing van de hogere machten.
Er wordt door de FBI en CIA gejaagd op terroristen en tegenstanders van het Bush regime, waarschuwt Mark. De geheime diensten hebben volmachten gekregen om alle burgers in de gaten te houden. Ze jagen op internet naar uitingen van sympathie voor terrorisme, en gezien het oorlogsklimaat is dat iedereen die anders denkt dan zij. Ze doorzoeken op grote schaal emails naar sleutelwoorden, en Al Qaida en Osama Bin Laden zijn er zeker enkele van. Mark leidt er geen twijfel onder dat zijn correspondentie in de gaten wordt gehouden. Hij waarschuwt dat ze zo ook anderen opsporen, en dat ze David, ook gezien zijn Engelstalige blog, eveneens in de gaten zullen houden. David lacht als hij dat leest. Wat een eer voor een armzalige opponent als hij.
David leest het bericht nog eens door. Enkele maanden geleden is zijn computer ook gecrasht. Geschrokken haalt hij zijn handen door het haar. Hij had net geschreven dat de koningin banden heeft met Shell, en dat ze dus belang hebben bij oorlog. Hij heeft het stuk nog niet gepubliceerd, omdat hij nog niet helemaal zeker was over de argumentatie. Veel is speculatie. Wat de koningin werkelijk in de melk te brokkelen heeft op Bilderberg is maar de vraag. Maar de vraag moet wel gesteld worden, in het kader van de waarheidsvinding.
Alle bestanden waren gewist, hij moest een nieuwe harde schijf installeren. Toen had hij er geen aandacht aan besteed. Computers crashen.
David pakt een glas water en drinkt het leeg. Met zijn handen op zijn rug loopt hij rondjes door de keuken. Computers crashen.
Hij had een externe harde schijf, er is niks verloren gegaan. Maar toch. Een waarschuwing? Hij wrijft over zijn kin. Hij moet zich scheren, bedenkt hij en zet water op. Met een borstel zeept hij zijn gezicht in, hij zet een nieuwe scheermesje is. Hij is maar een kleine jongen. Zijn Nederlandse blog ontvangt enkele tientallen bezoekers per dag, zowel vóór als tegenstanders van zijn theorieën. Soms ontvangt hij steunbetuigingen, soms bedreigingen. Maar enkele tientallen per dag is toch geen reden hem als gevaarlijk aan te merken?
Het water kookt. Hij giet het in een kommetje waar het scheermes in ligt en begint te scheren bij zijn hals, onder de adamsappel. Met lange halen trekt hij het mes door de stugge haren op zijn hals, daarna begint hij in de haren op zijn kin. Aan de andere kant, zijn Engelse blog ontvang soms honderden bezoekers per dag. De Amerikanen delen hun vermoedens zeker met de Nederlandse inlichtingendiensten. En de Nederlandse geheime dienst, de AIVD, is op de hand van het koningshuis, Prins Bernhard heeft daar vriendjes. Ze zouden het niet waarderen als David veel volgers zou hebben.
In Nederland is de publieke opinie ook gespannen geworden na twee politieke moorden en de terrorismedreiging sinds de aanslagen in New York. Mensen reageren op internet heftig op meningen die hun niet bevallen. De AIVD is op zoek naar terroristen, en onder dat mom kunnen ze iedereen in de gaten houden die ze een bedreiging achten.
Premier Balkenende wilde de Irak-oorlog materieel ondersteunen, maar kon dat niet omdat er coalitiebesprekingen waren met de sociaal-democraten. David bet zijn gezicht met een handdoek en bijt de sneetjes op zijn keel uit met aluin. De Nederlandse top heeft duidelijk baat bij oorlog, en ze willen de Amerikanen te vriend houden. Dat geldt zeker voor het leger en de AIVD, die goede relaties nodig hebben om inlichtingen te verkrijgen van de Amerikanen. Een mens moet leven alsof het allerbest gaat, maar rekening houden met het allerslechtste. Misschien moest hij er rekening mee gaan houden dat hij gevolgd zou kunnen worden. David zucht.
Maar David kan nooit zo belangrijk zijn. Hij is maar een kleine eigenwijze pion in het grote spel. Hij is toch geen bedreiging voor de macht? Toch is het opvallend is dat de kranten nooit schrijven over deze dingen. Alsof ze niet beter weten. Of zichzelf censureren. Maar de kranten hebben het moeilijk door internet en ontlezing, ze verliezen abonnees en ontslaan personeel. De macht komt dat toevallig wel goed uit. Des te minder pottenkijkers, dwarsliggers en dissidente geluiden, des te beter. Onze stem wordt door de stille kring, degene die ingewijd zijn in hoe de wereld werkelijk draait, genegeerd. Of klein gehouden.
David voelt met zijn hand, de huid in zijn gezicht is zo glad als een babyhuidje. Hij slaat zich op de wang, de tintelingen doen hem opschrikken, hij spert zijn ogen op en kijkt in de spiegel. Zijn ogen zijn hol, hij heeft wallen onder zijn ogen. Hij poetst de tanden en grijnst. Hij gaat toch maar even de deur uit.
In het cafe verwelkomt Teun David met een brede grijns. Gijs steekt zijn hand op en bestelt een rondje. David doet zijn jas uit, legt hem op de kruk en gaat zitten. Er is verder niemand. Gijs en Teun kent hij al zeker tien jaar, sinds het begin dat hij hier langskomt. Zij zijn zo betrouwbaar als hij zelf. Zelden zit er in de kroeg een vreemde. Hij draait al die jaren op zijn vaste klanten. Hier kennen ze David door en door, hier heeft hij een tweede thuis.
“Mijn vriendin vindt dat ik me teveel met samenzweringstheorieën bezig hou”, opent hij. “Ze is bang dat ik doordraai.” Hij schatert. “Wat jullie?”
“Alleen omdat je paranoïde bent, wil niet zeggen dat ze niet achter je aan zitten.” Gijs heft zijn glas. “Joseph Heller, op je gezondheid.”
Teun staat op, leunt met zijn handen tegen de bar naar David toe. “Maak jij je maar geen zorgen, jongen. Er spelen vele dingen waar wij kleine mensjes niet de vinger op de zere plek kunnen leggen. Het is goed dat tenminste sommigen proberen de waarheid boven water te krijgen.” Hij slaat David op de schouder. “Neem er een van mij zometeen.”
“Maar toch. Al mijn vrije tijd gaat erin zitten. Ik zie mijn moeder bijna niet meer, mijn vriendin klaagt ook dat ze me te weinig ziet.” David neemt een slok van zijn jenever, spoelt het door de mond voor hij het tedere vocht doorslikt, staat op en strekt zich. ”Ik krijg gewoon een zere rug van de hele dag achter de computer zitten.”
“En vierkante ogen, die licht geven”, zegt Gijs, hij lacht en draait zich naar David toe. “Je bent misschien wat achterdochtig, maar dat kan ook een goede eigenschap zijn. Macht corrumpeert. Als we de macht blind zouden vertrouwen, maakten ze daar misbruik van. Als er geen achterdochtige mensen waren, konden ze uitspoken wat ze wilden. Het is goed dat sommigen wat steentjes proberen te lichten, hoe weinig het ook uithaalt.”
Teun zet leverworst en kaas voor en schenkt de glazen bij. Zelf neemt hij er ook een.
“Denken jullie dat ze achter me aan kunnen zitten?” Teun lacht, zijn bolle buik schudt.
“Zo'n kleine vis hoeft zich geen zorgen te maken”, zegt hij. “Het gaat erom wat de massa denkt, en die houdt zich helemaal niet bezig met zulke dingen. Zelfs als ze van je zouden weten, wat zouden ze kunnen doen? Nee...”
“Mijn computer...”
“Wat?”
“Ik, eh, mijn computer moet ik beter beveiligen.”
“Dat kan nooit geen kwaad”, beaamt Teun.
“Die bedrijven moeten hun gegevens gewoon aan de Amerikaanse overheid geven”, zegt Gijs, hij haalt een blikken doosje uit zijn binnenzak en pakt er een sigaar uit. “Dat is de wet tegenwoordig”, vervolgt hij en overhandigt de sigaar aan David. Hij steekt hem aan met een cederhoutje en steekt er dan zelf een aan. “Maak je maar geen illusies.”
“Alles willen ze controleren. En weet je hoe ze de bevolking mee krijgen? Het is puur angst zaaien. De terroristen zijn overal, elke islamiet kan er een zijn. Een klimaat van angst en haat houdt de bevolking dociel en volgzaam.”
“Gelukkig valt het in Nederland dan nog mee”, zegt Teun. Hij begint te poetsen. “Hier is de sfeer ook niet gezellig meer, maar zo'n angstklimaat als daar hebben we niet.”
“Het is maar wat je meevallen noemt. Er is hier ook een behoorlijke islamangst en onverdraagzaamheid.” Teun knikt, David gaat rechtop zitten. “Nog een laatste dan”, zegt hij, “en doe die arme man daar ook wat.” Hij ruikt aan de jenever, neemt een slok en steekt de sigaar weer aan. “Volgens sommigen is die hele aanslag een vooropgezet plot om de eigen bevolking te kunnen bespioneren en oorlog te voeren. Ik heb altijd gedacht dat dat te ver ging, maar de laatste tijd begin ik te twijfelen.” Hij neemt voorzichtig een trek van de sigaar.
“Lekker. Waarvandaan?”
“Uit Cuba. Een verboden vrucht in Amerika.”
“Toch wordt hij daar gerookt. Wat verboden is is lekker. Wat gevaarlijk is is lekker.” David lacht hard, Teun en Gijs grijnzen.
“Tijd voor de laatste ronde”, zegt de barman en schenkt de glazen bij. “Het is weer mooi dag geweest.”
“Morgen weer een nieuwe dag”, zegt Gijs. David knikt met zijn ellebogen op de bar leunend en houdt de sigaar tussen zijn lippen. Morgen weer een nieuwe dag.
David haalt een pils uit de koelkast en kruipt weer achter de computer. Morgen is het zondag. Anne schrijft, ze wil morgenavond afspreken. Dat is goed, hij komt bij haar eten. Ook Mark heeft geschreven. Hij herhaalt dat David eindelijk moet gaan publiceren over de het koningshuis en Irak. David twijfelt nog. Hij schrijft dat theorieën die makkelijk onderuit gehaald worden de zaak schaden. Hij moet heel voorzichtig zijn. Mark antwoordt direct. Als de macht het er niet mee eens is, moet ze maar met bewijs komen. Hij is niet bang dat ze hem in de gaten houden. Ze kunnen hem niks maken, zolang hij maar met de waarheid komt. Soms komen er weerleggingen, soms niet.
De computer loopt vast, het pijltje houdt laat zich niet meer verroeren. Het zal toch niet. David herstart de computer, hij loopt weer. Hij schrijft Mark dat hij twijfelt aan het nut, gezien de enkele tientallen bezoekers die hij dagelijks krijgt, nauwelijks genoeg om erg het nieuws te verspreiden.
David snuift boos. Maar natuurlijk wordt hij gevolgd. Die computercrash, Marks houden ze ook in de gaten, ze volgen alle tegenstanders, ze hebben volmachten. Geheimen moeten geheim blijven. Als zulke zaken ook maar een publiek geheim zouden worden, zou dat een bedreiging zijn voor de status quo in de samenleving, voor de zittende machten, zichtbaar en onzichtbaar. Zelfs als er maar zand in de machinerieën van de macht zou geraken, zou dat enorme belangen in gevaar brengen. Ze nemen geen risico. Natuurlijk niet.
Mark schrijft een mail met een vlaggetje. Hij dringt er nogmaals op aan te publiceren over het koningshuis. Laten ze hem maar volgen, er is vrijheid van meningsuiting, ze kunnen je niks maken zolang je de waarheid schrijft. Het is hard tegen hard, er staan grote belangen op het spel. Waarheidsvinding is er een van, door het stellen van ongemakkelijke vragen en het zoeken naar een antwoord. Alleen in vrije discussie kan de waarheid boven komen drijven. Als de grote heren de boel onder elkaar verdelen en dat willen versluieren, waarom zou hij dan niet publiceren. Laat ze het tegendeel maar eens bewijzen.
David neemt een slok van het bier en staart naar het scherm. Iemand moet de wereld vertellen hoe de boel in elkaar steekt. Een zaadje van twijfel, hoe klein ook, kan uitgroeien tot een boom die zelf weer vruchten draagt, als de tijd er rijp voor is, als het gevoed en verzorgd wordt, als er aandacht en liefde voor is, en kan leiden tot barsten in het officiële verhaal. Iemand moet het proberen.
David loopt naar het balkon. De zon kruipt reeds boven de huizen, de lucht is roze gevlekt, slierten wolken trekken over. Hij leunt met zijn ellebogen op de reling en kijkt naar de machtige boomkruin voor hem, een Canadese Es die boven zijn balkon op de derde verdieping uitreikt en zijn takken tot aan de leuning strekt. Er roekoet een duif, meeuwen vliegen door het spant. Hij ruikt de vrijheid. Hij ruikt een nieuwe wereld. Hij ruikt de bloesem der waarheid, zoet als honing. Hij mag geen genade hebben voor de macht. Beter een fout te maken dan hun de volle vrijheid geven. En daarbij, de geschiedenis oordeelt altijd anders als het heden. David snuift. Mark heeft gelijk. Hij zal zich niet laten censureren. Hij blijft schrijven. De macht beeft. De oorlog is daadwerkelijk begonnen.
Jeroen Verkroost
Bio van de auteur:
Jeroen Verkroost (1972) is ervaringswerker in de psychiatrie en freelance journalist. De inspiratie voor zijn verhalen is gedeeltelijk geïnspireerd door enkele psychoses, die hem geconfronteerd hebben met de vloeiende grenzen tussen waan en werkelijkheid, en verder door de wondere wereld waarin we leven. Zijn journalistiek werkwijze en inspiratie voor onderwerpen vloeien voort uit zijn studies culturele antropologie en Russische taal. Een reportage wordt door hem uitgevoerd als een klein veldwerkonderzoek. Centraal staat de mens in relatie tot zichzelf, met een zekere voorkeur voor de langzaam uitstervende Homo Sovjeticus.