Net zoals in 2011 en 2010 heb ik vandaag een lezing gegeven over de langdurige gevolgen van de Armeense genocide in Nederlandse en Britse Armeense diaspora gemeenschappen op de Universiteit van Amsterdam. Wat deze lezingen zo speciaal maakt, is dat het gericht is op professionals (post-graduate Master niveau) die in hun dagelijkse werk en/of onderzoek te maken hebben met oorlogstrauma en/of collectief geweld. Ook dit jaar was het (weer) een bonte verzameling van medische specialisten, psychologen, psychiaters en sociale wetenschappers.
Dit hoge niveau geeft mij als gastdocent de mogelijkheid om dieper op de wetenschappelijke dimensie van genocide in te gaan. In 2010 deed ik dit op basis van mijn boek In het gesteente van Ararat, dit jaar wilde ik echter nog dieper in de materie duiken en genocide en massaal geweld niet alleen abstraheren - door middel van cijfers en percentages - maar het geweld ook dichterbij halen (d.m.v. beeldmateriaal) zodat de mensen het tijdens mijn lezing zouden ervaren. Hierbij putte ik nog meer uit ooggetuigenverklaringen en ego-documenten dan ik in voorgaande jaren heb gedaan.
Een deel van deze data zal ik gebruiken voor mijn aankomende Engelstalige boek Near the Foot of Mt. Ararat, een ander deel voor mijn proefschrift. De studenten waren duidelijk geraakt en de reacties logen er niet om:
"Unnerving..."
"Confronting..."
"Thought-provoking..."
"Too much..."
En dat was ook precies mijn doel. We kunnen wel lezingen geven over massaal geweld. Maar als het geweld geobjectiveerd is, met een powerpoint en beamer, missen we als wetenschappers waar het daadwerkelijk om gaat. Namelijk dat geweld onder je huid kruipt en een inbreuk is op je autonomie en "zelf".
Of zoals Mattijs van de Port (1998) het zo treffend schreef: “I am reality, war says…Experiences obtained in the terrible reality of the war, in which these confrontations with the most brutal violations of the integrity of the human body – violations of what is perhaps the ultimate story we have to tell about ourselves: the story that says that we are more than just skin, bones, blood and brains – seem to bring about an utter alienation” (Idem:102,103).
Het is deze vervreemding waar het in mijn optiek omgaat om de gevolgen van genocidaal geweld te begrijpen... Het is deze onbeschrijfbare gevoel van verlies, waar overlevenden mee worstelen en wat de trauma trans-generationeel maakt...
Van de Port, M.
1998. Gypsies, Wars and Other Instances of the Wild: Civilisation and it’s Discontents in a Serbian Town. Amsterdam University Press: Amsterdam.