Eigenlijk ken ik Terrence Lauerhohn van Facebook. Ik wist dat hij gitaar speelde, maar niet dat hij verhalen schreef. Het onderstaande verhaal heeft bij Fantastyval in 2013 (uit 50 deelnemers) de 9de plaats gekregen. Geen slechte prestatie. En een mooi poëtisch werk. En uiterst, uiterst, multi-interpretabel.
Vreemdeling
Armzalig, ondergeschikt, kruipt het ongedierte. Ik minacht die hordes, eens de heersers. Hun macht is weg, overgegaan. Hun machines: bergen verwrongen staal. Lamme hulpmiddelen.
Vrijgelaten zijn de velden waarop planten nu woekerend groeien. Kaal zijn de beenderen, gebleekt door het licht van een schrale zon. De imposant hoge, stenen korven waarin de levenden tegen weer en wind bescherming zochten, zijn verlaten. Onderhevig aan verval.
Zij keken op naar de hemel en wensten niet alleen te zijn. Eenzaam bestaan? Ik nam het voordien zoals het was, had er vrede mee. Zij daarentegen ervoeren het isolement als een kwelling.
Ik hoorde hun verre stemmen, roepend naar de sterren en zoekend naar anderen. Eeuwen gingen voorbij, waarin zij exploreerden met signalen. En ik luisterde, leerde ze kennen, zag een mogelijkheid in hen.
Het ogenblik kwam dat hun hoop vermoeden werd. Door de vondst van mijn sporen, achtergebleven in brokken puin, dwalend rond hun ster.
De zoektocht breidde zich uit. Ze stuurden hun van vreemde metalen gebouwde kolossen tot ver voorbij de gebieden die zij kenden. Onbemand in het begin. De reizen van die apparaten waren trage reizen in de grenzeloze zee van duisternis.
Het hete licht dat leven brengt en waar omheen mijn wereld draait, was het baken dat hen lokte. Mijn thuis, voor hen verrassend uitbundig begroeid met flora, werd al snel ontdekt. Er werd gegraven en geplukt. De toestellen keerden terug met delfstoffen en om het goede nieuws te brengen.
Daaropvolgend kwamen de pioniers en door de wonderen die zij zagen, werd ik vergeten. Voor hen had ik geen waarde. Mijn bescheiden aard was een bedoelde camouflage. Eén die mij als ongevaarlijk kenmerkte. Zelfs toen ik me verschool in hen die terugkeerden vanwaar ze kwamen, bleef ik een woekering die niet storend was.
Ik verspreidde mijn lichaam. Een na de ander van de wezens maakte ik mijzelf.
De reizigers in wie ik nog moest opgaan, merkten verandering in hun kameraden. Wat ze ondernamen om mij te stoppen was futiel. Te laat beseften hun minieme hersenen dat ik in hun gezelschap vertoefde, en wat ik was. Te laat om mijn wil te weerstaan. Ik vulde allen aan boord met mijn waarheid, mijn zijn, mijn genen. Opgelegde onderdanigheid. Gehoorzaamheid aan mij.
Het donkere en uitgestrekte meer van Al en Niets werd vlot overgestoken. Hun oever kwam in zicht. Het domein was er een dat veel beloofde. Vaartuigen, een wereld vol. Mijn tocht werd een reis door geesten. Ik proefde van hen, ik vrat en zij smaakten goed.
De oorlog nam een aanvang. Een weergaloze strijd tegen mij. Mijn vreemdheid stelde hen echter voor teveel raadselen. Zij die, door mij bezeten, evolueerden en mijn ego verspreidden, eindigden daarna op brandende hopen.
Verzet? Ik lach erom. Ik ben te talrijk. Verdeeld en toch één. Al is mijn wezen voor hun blote oog onzichtbaar.
Ze hadden het kunnen weten. Hoewel nooit ontwikkeld tot wat ik ben, maakte mijn soort al eerder aanspraak op deze wereld. Als brengers van ziekte en dood. Net zo onuitroeibaar.
Ik breng geen ziekte, ik breng geen dood. Mijn huidige slaven, zij die dachten de heersers te zijn, moeten leven. Om mij te kunnen dienen. Vaartuigen, zoals ik al zei.
Ik was een vreemdeling. Niet langer. Ik blijf bij hen. Nooit meer hoeven ze alleen te zijn.
Noem mij Velen. Legioen. Want dat ben ik. Een leger van triljarden. En vader.
Mijn zoon, mijn nazaat, jouw tijd is nu. Ik heb het beste van mij, en meer, in jou achtergelaten. Het maakt je sterker. Reis verder dan dat ik deed. Ik geef je de mens om in te varen. Neem dat wat zij ziel noemen. Gids hun lichamen, leid hun schepen.
Apocalyps, spreid je vleugels en vlieg uit. Ik laat je ongebreideld gaan.
© Terrence Lauerhohn 2013
Biografie Terrence Lauerhohn
Terrence is geboren op 31 mei 1960 in een Brabantse wieg te ’s Hertogenbosch. Pas op 51 jarige leeftijd is hij begonnen met schrijven. Zijn eerste (bescheiden) uitgave was de korte Sciencefictionroman, 'Noptula', die al goede reviews ontving. Sindsdien heeft hij meegedaan aan verschillende schrijfwedstrijden, met bovengemiddeld resultaat, en zijn een zestal kortverhalen van hem in bekende magazines en in minder bekende uitgaven gepubliceerd.
Hij houdt zich het liefst niet aan een bepaald genre binnen de verbeeldingsliteratuur, zodat zijn grenzeloze fantasie alle richtingen van het onwerkelijke kan inslaan. Het auteurschap blijkt zijn passie te zijn, ontdekte hij. Een passie die blijft groeien en daarmee ook zijn wil om echt goede verhalen te schrijven.
Met zijn roman 'De negen cirkels', die in 2014 bij uitgeverij Zilverbron verschijnt, hoopt hij veel lezers te plezieren.
Maak kennis met Terrence via zijn website.