Spotlight: Corina Onderstijn
Dit keer gaat het spotlicht naar Corina Onderstijn, die met haar boek Vanbinnen en vanbuiten vorig jaar en dit jaar furore heeft gemaakt. Het is tijd om te duiken in het schrijversproces:
1) Wat is je inspiratie geweest om "Vanbinnen en vanbuiten" te schrijven?
Hoi Anthonie, dankjewel voor deze gelegenheid. De inspiratie voor Vanbinnen en vanbuiten kwam voornamelijk uit mijn eigen onzekerheden, waaronder die ingebedde drang om aardig gevonden te willen worden, en daaruit voortkomend een periode in mijn leven waarin ik zoveel probeerde te doen om met de verwachtingen van anderen mee te bewegen, dat ik op een gegeven moment mezelf een beetje kwijt was. Ik heb de vragen centraal gesteld in hoeverre je normaal bent als je niet aan die verwachtingen voldoet en of dat uitmaakt. Het verhaal vraagt: 'mag ik afwijken?' en doet dat in vorm en inhoud.
2) Hoe ben je op het idee gekomen en hoe heb jij je verhaal uitgewerkt?
Het idee is langzaam ontstaan, in een proces van je bewust worden van bepaalde verborgen delen in je psyche. Waarom doe ik de dingen zoals ik doe? Waar komen sommige impulsen vandaan? Soms zijn die zo ingegeven door opvoeding en context, zo diep ingebed, dat je ze niet meer herkent. Dat soort dingen heb ik geprobeerd onder de loep proberen te nemen, expliciet te maken. Ik heb mijn gevoelens en twijfels uit die periode uitvergroot, uit hun context getrokken en er andere gebeurtenissen omheen gevouwen - de boel gedramatiseerd. Ik voelde een bepaalde validiteit in die emoties, daar wilde ik iets mee. Het teveel hangen aan een ander voor je identiteit en zelfwaarde bijvoorbeeld, of verwachtingen willen waarmaken, de moeite om je eigen fouten onder ogen komen, de confrontatie met anderen aangaan. Ik denk dat meer mensen daarmee stoeien, dus heb ik het verhaal om die kwesties uitgebouwd. De werkelijkheid was veel saaier dan het verhaal natuurlijk. Suffe ik bleef in mijn hoofd en ben nergens echt heel erg uit de bocht geschoten, hoofdpersoon Nomi doet dat wel, die vlucht zich kapot. Dat vond ik een leuke gedachteoefening: hoe erg kan het misgaan? Kan ik de term 'jezelf wegcijferen' letterlijk nemen? En hoe kan ik het dan alsnog lollig maken zonder af te doen aan de ernst van de zaak? Humor en relativeren hebben een plek in veel van mijn verhalen. Delen van de gesprekken in het boek zijn half-slim/half-domme dingen waarover ik het met vrienden en familie heb gehad. Communiceren vind ik een fascinerend iets. We gaan zo uit van onszelf, maken soms aannames waar we ons dan blind op staren. Dan kan je gemakkelijk een verkeerde indruk opdoen of tot verkeerde redeneringen komen. En veel praten is niet per se beter communiceren. Daar heb ik in het boek ook mee geprobeerd te spelen - voortborduren op ingebedde blinde vlekken en schijnbaar logische misverstanden.
3) Welke thema's en motieven komen in je boek terug die ook in je dagelijkse leven een rol spelen?
Haha, dat dus, ofwel het dertigersdilemma! De 'ik wil alles tegelijk en dan ook het liefst perfect en dat kan niet want ik ben ook maar een mens en ik stoei met mijn beperkingen en denkbeelden, keuzestress, druk' etc. Daar komen die twijfels en zelfkritiek natuurlijk ook uit voort - die constante stroom van commentaar op mezelf en alles wat ik zeg en doe. Van direct willen terugkomen op iets wat je net zei, tot het pas veel later bedenken van een beter antwoord (dat zal vast met dit interview ook zo zijn - geef ik wel goed genoeg antwoord? Is het wel interessant genoeg? Maar ja, dat is dan maar zo) en het jezelf berispen om een onaardige gedachte of slechte smaak.
Daarnaast vooral de liefde tussen zussen. In zekere zin is het verhaal een ode aan de relatie tussen zussen. Ik heb heel erg geput uit de relatie tussen mij en mijn zusje, gekeken naar hoe je elkaar vormt, hoe je anders bent en hoe dat bij het opgroeien tot frictie leidt, maar hoe die verschillen bij het ouder worden juist heel waardevol en interessant kunnen zijn. En dat als er iets misgaat, dat er iemand voor je is die je steunt.
4) Hoe kwam je bij Zilverspoor terecht?
Volgens mij kwam ik met team Zilver aan de praat nadat ik voor de tweede keer tweede was geworden bij verhalenwedstrijd Fantastels. Die vroegen toen op de borrel daarna of ik met een boek bezig was en zo zijn we gaan praten. En schrijfvriendin Kelly van der Laan, van de Lentagon trilogie, zat ook al bij Zilver. Nu kunnen we samen al die evenementen en beurzen af, wel zo gezellig, trouwens ook met de andere mensen van Zilver. Ik dacht, ik kan me wagen aan de slushpile van een grotere uitgeverij, maar dit voelt warm en laagdrempelig en klein beginnen en zien wat het boek doet, wat mensen vinden, of ik verder kan en wil, is ook wel wat.
5) Als je zelf je boek zou omschrijven; hoe zou je dat doen?
Ik blijf pitchen lastig vinden, maar oké daar gaan we. Twijfel je regelmatig aan jezelf? Dan is dit een boek voor jou. Hou je van slechte woordgrappen? Dan is dit een boek voor jou. Heb je beestjes in je hoofd? Dan is dit een boek voor jou. Geniet je van stevige dialogen? Dan is dit een boek voor jou. Het is een boek voor mensen die psychologie interessant vinden, een bijna surrealistische verkenning van de geest van iemand die door de druk van hoge verwachtingen helemaal vast is geraakt. Het raakt aan de gekke onvolkomenheden, gedachten en gedragingen die we allemaal in meer of mindere mate hebben. En dan met een fantastische insteek. Het is een klein verhaal dat dichtbij wil komen en je dan aan je gevoelens wil rammelen - lachen en huilen tegelijk.
6) Door welke andere schrijvers heb jij je laten inspireren en welk ander soort werk kunnen we verwachten?
Niet alleen schrijvers eigenlijk, veel van mijn inspiratie komt ook van andere dingen. Ik ben een groot Jim Henson fan bijvoorbeeld, zijn werk en zijn poppen zijn een enorme inspiratiebron voor me, de knipoog naar serieuzere zaken in het leven, het klooien met absurditeit en de speelsheid van de verkenning van zwaardere thema's. Dat is echt een voorbeeld voor me, dat zal je in het boek ook terugvinden. En muziek is ook een enorme inspiratiebron, ik heb veel dezelfde nummers gedraaid tijdens het schrijven om in een bepaalde sfeer te blijven.
Maar qua schrijvers, voor dit boek heb ik veel gelezen van schrijvers die het magische in het alledaagse weten te vinden, en die sterk zijn in het oproepen van een bepaalde emotie. Ik heb geput uit - ook stylistisch en qua toon - o.a.: Haruki Murakami, Neil Gaiman, Marcus Zusak, en het tedere nihilisme van Kurt Vonnegut.
Voor mijn volgende boek ben ik heel bewust andere stijlen aan het lezen, om te kunnen sponsen en dat weer mee te kunnen nemen. Met Vanbinnen en Vanbuiten ben ik persoonlijk en dichtbij begonnen. In mijn volgende boek wil ik dat gevoel van nabijheid houden, weer de kwetsbare psyche in, hoewel vanuit andere invalshoeken en met andere thema's. En er gaat meer op het spel staan. Dat vraagt ook een ander perspectief en een andere stem. Verder durf ik er nog niet veel over te verklappen.
7) Hoe plaats je zelf je boek? Als fantasy? YA? Geef je veel om deze genres?
Ik geef niks om genres, althans, niet als ik schrijf. Ik wil een verhaal vertellen, hoe ik het voor me zie, hoe ik het in mijn verbeelding beleef. En ik wil mensen mee kunnen nemen in die reis. Daarin wil ik me niet vooraf laten inperken door labels. Misschien werkt zo'n focus voor andere schrijvers wel, maar voor mij niet. Ik begrijp wel dat men er voor marketingdoeleinden achteraf graag een sticker opplakt om lezers van een bepaalde verwachting te voorzien (of een gebrek daaraan in mijn geval).
Dit boek is overigens zeker geen young adult. Ik denk dat hij juist voor leeftijd 20+ het meest interessant is. Ik merk dat sommige lezers de kleurrijke cover en de toegankelijke schrijfstijl verwarren voor iets wat af en toe 'kinderlijk' wordt genoemd. Dat is ook een label waar ik enige moeite mee heb, omdat het bijna als een negatief oordeel overkomt. Alsof een boek voor volwassenen niet iets kinderlijks mag hebben, daarom ben ik er juist wel voor gegaan. Laat die harde grenzen van volwassenheid en serieus zijn eens los, zou ik die mensen willen vragen. En wat voor genre is het wel? Tsja, omdat het toch moet is Magisch Realisme de meest voor de hand liggende, maar ik vind het ook mooi dat bijvoorbeeld Hebban het bij Slipstream indeelt. Doei, met je genres.
8) Welke beperkingen en mogelijkheden zie je in het proces van schrijven zelf? Wat zorgt ervoor dat je achter de schrijftafel blijft zitten en een boek tot stand brengt? (M.a.w. wat zijn je drijfveren.)
Ik wil graag zeggen dat ik rust vind in de reflectie die voorafgaand aan en tijdens het schrijven plaatsvindt, maar het is meer een obsessie, een drang. En als ik daaraan toe kan geven, lucht het op. Ik heb het wel eens mentaal overgeven genoemd, die ideeën _moeten_ mijn systeem uit. Als ik het niet kwijt kan, voel ik me niet senang. Als ik het opschrijf wel. Dan kan ik mijn coconnetje in, waarin ik ontwikkel en verwerk. Ik schrijf voor mezelf. Ik ben dol op plotten, die verhaalpuzzel maken, karakters uitdiepen. En dan als het concept staat, kan ik het leven inblazen door het uit te werken. En ja, soms is het wel echt werken, maar het moet af. Schrijven vergt discipline, het neemt brainspace in, en het dwingt je soms te blijven hangen in dingen waar je in je hoofd al voorbij bent, maar die nog op papier moeten. Dat is misschien mijn grootste beperking, ik ben een langzame schrijver. Maar het is evenzeer een luxe om eraan toe te kunnen geven, de tijd te kunnen nemen. Het is het leukste werk. En schrijven is grenzeloos. Ik zit niet vast aan een productiebudget, de grenzen van wat een menselijk lichaam kan, of de realiteit in brede zin. Ik kan alles schrijven wat ik wil en toch een punt maken over de werkelijkheid. Dat vind ik heerlijk... En dan begint die loop van zelfkritiek weer, want als ik het voor mezelf doe, ben ik egoïstisch bezig, en dan kan ik mezelf beter nuttig maken, en dan schrijf ik weer een poos niet. Nu met de nominatie van de Harland Awards Romanprijs en de vele sterretjes op recensiesites - de erkenning dat mensen het met plezier lezen, kan ik mezelf iets minder op m'n kop zitten en eraan toegeven ;)
Biografie
Corina Onderstijn (1981) is evenveel dagdromer als aanpakker. Ze woont in Groningen en werkt in de sector natuur en milieu. Daarvoor deed ze twee studies – Internationale Betrekkingen (RUG) en Wildbeheer (Van Hall) - en had ze een scala aan vreemde bijbaantjes, waaronder goochelaarsassistente, konijnenverzorgster, vertegenwoordiger van een bedrijf dat handelt in bamboemeubelen, en massage-olie-tester. Ook heeft ze een tijd gewoond in Indonesië, waar haar moeder vandaan komt, en werkte daar aan een onderzoek over koraalriffen. Schrijven is Corina’s uitlaatklep, evenals ronddenderen op het podium bij comedygroep Stranger Things Have Happened. Ze heeft de afgelopen jaren goede resultaten behaald bij verschillende schrijfwedstrijden, waaronder twee keer een tweede prijs bij verhalenwedstrijd Fantastels met de verhalen ‘Schaduwballet’ en ‘Zoete Val’ (2011 en 2013). Haar debuutroman ‘Vanbinnen en vanbuiten’ werd genomineerd voor de Harland Awards Romanprijs 2016.
Bibliografie
Korte verhalen:
De Kraai (Fantastisch Strijdtoneel IV - 2014)
Bad Karma (Pure Fantasy 26 - 2012)
Pinnen in een ongure buurt (eigen website – 2012)
Schaduwballet (2e prijs Fantastels, bundel Quatrofantasto! - 2011)
Zengen (Pure Fantasy 24 - 2011)
Boek:
Vanbinnen en Vanbuiten, uitgeverij Zilverbron, 2016
ISBN13: 9789463080385
Voorgaande Spotlights: