“Zelfs outlaws hebben dromen.”
En dat deze dromen pijnlijk en confronterend zijn, laat Ineke Fritz in haar boek Pizza Della Vita duidelijk blijken.
In haar boek volgende we het leven van Rudolph den Hartog, ook wel RR genoemd door de eigenaar van de pizzeria waar hij komt te werken, een ex-alcohollist die in de laatste maanden van zijn leven in het reine probeert te komen met de verwoestende werking van zijn verslaving en het syndroom van Korsakov; dat hem buitengewoon vergeetachtig maakt. Het verhaal laat zowel de schrijdende werkelijkheid zien van een ex-verslaafde, die geheel, zowel sociaal als individueel geïsoleerd is geraakt – fraai uitgebeeld in het huis waarin hij verblijft, die tevens in verval is. Hij heeft een bovenbuurvrouw (ook een verslaafde) die scheldend en vloekend zichzelf met make-up bij elkaar houdt en een vriend, ironisch (de) Fons genoemd, die hem probeert te bekeren. Het is deze bonte verzameling van personages – een zuster die plotseling op de stoep staat, een pizzeria eigenaar die meer schijnt te kletsen dan pizza’s klaar te maken, een Marokkaanse kantoormedewerker met een te laag zelfbeeld in een opvanghuis – die het verhaal niet alleen meeslepend maakt, maar ook naar een hoger niveau tilt. Hoewel de thema’s zwaar en donker zijn, en daardoor snel in melodrama of zwartheid kan verzanden, doet dat in dit boek niet. Dit komt enerzijds door de cynische en droge kijk van de protagonist op het leven en anderzijds door de pinnige en poëtische schrijfstijl van Ineke Fritz. Het boek is gevuld met scherpe observaties, zwarte humor en prachtige oneliners zoals bijvoorbeeld:
“Wie te ver heen is, wil niet meer terug.”
“Waarom hebben we een waarheid nodig?”
Of de prachtige en bijzonder poëtische:
“Midden in de woestijn zoek ik houvast.”
Het is juist de schrijfstijl van Ineke Fritz die het boek pakkend maakt. Er waren zinnen die als rechtse of linkse kaakslagen op me afkwamen.
Neem bijvoorbeeld deze zin:
“Ik weet hoe het is. In het donker ontsnappen de monsters.”
Of als de Dood en de vragen over het hiernamaals een prominentere rol gaan spelen in het hoofd van de protagonist:
“Zouden de doden elkaar herkennen?”
Op sommige momenten deed het boek me denken aan de vroegere werken van John Irving; vooral in de bonte verzameling van de licht excentrieke personages die langskomen. Andere keren deed het me denken aan de zwartgallige humor van Palahniuk (altijd een persoonlijke kompas voor mij) of aan Jan Sieblink, vooral als het claustrofobische en traumatiserende werking van strikte geloofsbelijdenis, in het verhaal op een ingenieuze wijze verwerkt wordt.
Want hoe meer we over Rudolph te weten komen; hoe meer we ook beginnen te begrijpen waarom hij een alcoholist is geworden en welke demonen hem in de greep houden. Demonen groot genoeg om van Rudolph, die ooit een succesvolle zakenman was, een ex-alcohollist en later een pizza koerier te maken.
Demonen die overigens door de plotselinge komst van zijn zuster opnieuw worden opgerakeld. Een zuster die hij eerst van zich af probeert te duwen, maar die hij uiteindelijk (net zoals zijn verleden) begint te omarmen.
En dit is in mijn optiek ook de kracht van het boek; de manier waarop Ineke Fritz thema’s en motieven met elkaar verweeft. Denk bijvoorbeeld aan het huis waarin de protagonist woont, die net zoals de hoofdpersoon in verval is, aan de krakers die het huis overvallen zoals het syndroom van Korsakov de hersens van Rudolph aanvalt of aan de manier waarop Rudolph, zijn leven, zijn geschiedenis en zelfs de Dood als pizzakoerier probeert te ontvluchten. Het is de drang naar vlucht die de hoofdpersoon kenmerkt. Of zoals hij denkt als hij zijn zus voor het eerst in jaren ziet:
“Ga maar. En sluit met de deur het verleden achter je. Dat is voor ons allebei het beste.”
De titel, Pizza Della Vitta, refereert dan ook naar de pizzeria waar de Rudolph komt te werken en waar de eigenaar, omdat hij Rudolph den Hartog geen flitsende naam vindt, hem de bijnaam RR geeft; gebaseerd op Rudolph the Red Rose Reindeer. Ik laat de duidelijke verwijzing naar het alcoholisme hier voor wat het is.
De pizzeria staat dus enerzijds voor een terugkeer naar het normale leven als wel de laatste strohalm van een verloren leven waar Rudolph aan vasthoudt, anderzijds voor de eeuwigdurende vlucht - uitgebeeld als een zoevende en vergeetachtige pizza koerier - die de hoofdpersoon kenmerkt. Er zijn dan ook geen makkelijke antwoorden in het boek. Het boek confronteert je met de rauwe werkelijkheid van het alcoholisme en daarmee ook, als je het universeler trekt, met het verval en het verlies van dromen en misschien wel het verlies van het leven zelf dat ons allen, op de een of andere manier, in de greep houdt.
Rudolph the Red Nose Reindeer is, ondanks zijn zwakheden, een mens zoals jij en ik.
Als ik dan ook een beetje kritiek mag geven, dan ligt dit niet in de scherpe observaties, de spitsige dialogen, de setting, de personage ontwikkelingen of de zwarte humor, maar in de spanningsopbouw van het verhaal. Hoewel Ineke Fritz erin slaagt om een realistisch beeld van alcoholisme en Korsakov te geven, kreeg ik hier en daar het gevoel dat het boek aan het einde ontrafelde en dat de zwarte humor, zo kenmerkend aan het begin van het boek, gaandeweg verdwijnt. Misschien is dat ook niet meer dan logisch. Misschien ontrafelen we allemaal aan het eind en blijft er uiteindelijk niets anders over dan de stilte en de Dood.
Kortom: Pizza Della Vitta is een prachtig boek dat gelezen dient te worden.
Om het boek te kopen, klik hier.
Voor de website van de auteur: klik hier.