Het is altijd moeilijk verhalenbundels te recenseren. Voornamelijk omdat er in ieder verhalenbundel, in je subjectieve waarneming tenminste, altijd wel een verhaal aanwezig is die je net iets minder of beter vindt dan andere verhalen: een verhaal dat met kop en schouders over de andere verhalen uitsteekt, waardoor de verhalen daarna zoutloos kunnen smaken. Of, om als recensent eerlijk te zijn, dat je deze verhalen, juist door je subjectieve voorkeuren en waarnemingen, minder een kans geeft.
Om deze redenen heb je in korte verhalen en verhalenbundels, nog meer dan in romans, “objectieve” richtlijnen nodig. En dan niet richtlijnen waar jij je als recensent noodzakelijk als een drenkeling aan vasthoudt, maar meer pijlers, richtingen waarop de verhalen zijn gestoeld en die jij dan kan beoordelen. In deze zin is, is het recenseren van een verhalenbundel bijna zoiets als het recenseren van een album; je kijkt naar de overkoepelende thema’s en motieven, naar terugkerende metaforen; naar de algemene deler die de afzonderlijke eenheden met elkaar verbindt. Nog meer dan in romans het geval is, want daar zijn de motieven en thema’s vaak integraal met de plot en plotontwikkeling verweven. De kunst van het recenseren van een verhalenbundel is om dit juist afzonderlijk en in zijn eigen licht te doen. Oftewel: de interne dynamiek van de verhalen te vergelijken en te beseffen dat de zwaartekracht van een bundel (zoals het woord verhalenbundel eigenlijk al zegt) zich juist in het bundelen bevindt.
Daarnaast kijk je uiteraard ook nog naar de verhalen an sich – plotontwikkeling, personage ontwikkeling, achtergrond, kleur, sfeer etc. – dat een verhaal zo specifiek maakt. Hier ontkom je niet aan. Maar je dient het altijd in het grote raster te plaatsen waarin het verhaal zich beweegt. Er moet in een verhalenbundel dan ook een specifieke flow aanwezig zijn; een opbouw waarin een schrijver zijn verhalen heeft gearrangeerd.
In deze zin bood het recenseren van Het indigo van de dood door Patrick Brannigan een aantal uitdagingen. Niet omdat de verhalen slecht zijn, integendeel zelfs, maar omdat het boek een anthologie betreft; verhalen die al eerder in een andere vorm zijn gepubliceerd, soms met jaren ertussen en dat de primaire opzet van de schrijver, in deze zin, afzonderlijke verhalen in plaats van een bundel betrof. Natuurlijk zijn er terugkerende thema’s en motieven, maar deze komen dan niet noodzakelijk vanuit de verhalenbundel voort als wel door de fascinaties/ obsessies van de schrijver zelf: wat houdt hem/ haar bezig, wat vindt hij/ zij belangrijk, wat zijn de metaforen die hij/zij het liefst gebruikt en ook, en dit maakt Indigo nog moeilijker, welke genre heeft de schrijver als voorkeur? De stijlen en genres in Indigo zijn divers – van griezel, naar fantasy, naar steam-punk,naar science fiction, naar weer griezel – waardoor het een hoge concentratie en ook flexibiliteit van de lezer vergt. Je dient voor al deze genres open te staan.
En op de een of andere manier, en hier heb ik absolute bewondering voor, lukt Patrick dit en doet hij het zelfs goed. Zo goed zelfs, dat het boek niet gefragmenteerd aanvoelt en dat de genres samenhangend aansluiten. Dit heeft in hoge mate met zijn schrijfstijl te maken, die grauw en groezelig is, maar ook hoe hij zijn verhalen representeert. Alle mogelijke invalshoeken komen in dit boek langs. Van een verhaal over een lelijke man die op zoek is naar innerlijke schoonheid, tot aan een verhaal over een demon en een jachtgeweer (dat achteraf meer een psychologische thriller blijkt te zijn), tot aan een verhaal die zo in een science fiction bundel zou passen. Of het titelverhaal van het boek zelf dat bijna op een historisch schelmenroman, a la Pirates of the Carribian, lijkt. Maar dan met een zeer duistere twist.
Dit vergt moed van de schrijver. Dit vergt, om het maar anders uit te drukken, ballen. Zowel van de auteur als de uitgever om zo een boek te publiceren en te representeren en dit tevens op een aantrekkelijke manier te doen. Verhalenbundels brengen namelijk altijd risico’s met zich mee. Nog meer dan romans.
Indigo is in deze zin, als het verhalenbundels betreft, een vreemde eend in de bijt, met zeer unieke verhalen. En het mooie is, is dat het Patrick in hoge mate lukt en de diversiteit zelfs effectief maakt. Ik ben geen fan van fantasy of steam-punk. Sterker nog, ik heb een allergie tegen trollen, dwergen of draken; of andere sprookjesachtige settings (in het heden of geplaatst in de 19e eeuw in de tijd van Verne) waar “goed” tegenover het “kwaad”, op welke manier dan ook, wordt uitgebeeld. Ik houd meer van de subtiliteit en lagen. Ik ben als lezer meer geïnteresseerd in het verhaal achter het verhaal, de diepere krochten waarin verhalen zich bewegen; de onderlaag die zich in een verhaal bevindt.
Dit kan overigens plaats vinden zonder al te pretentieus te zijn. Sterker nog, “onze genre” en dan bedoel ik het genre van magisch realisme in de breedste zin van het woord of griezel en horror/ sci fi in de engste zin, is juist een perfect voertuig om dit soort grote menselijke thema’s aan te snijden – existentiële angst, de donkere kant van het leven of het mens-zijn – omdat fantasie, beeldspraak en metaforen explicieter kunnen worden verweven, dan bijvoorbeeld in de verzamelbak die soms “literair” wordt genoemd. Door het ontastbare juist in een “realistisch” keurslijf te persen, en daarbij zaken zo “literair” mogelijk te maken, wordt een boek (wat misschien ook wel een veelgehoorde kritiek is in de Nederlandse literatuur) soms te pretentieus. In griezel, magisch realisme is dit minder het geval, kun je dit allemaal laten varen, mag je de fantasie de vrije loop laten en neemt, soms ook tot verassing van de schrijver, een hele andere kapitein plotseling controle over het schip.
Ik gebruik deze zeemans-metaforen overigens met opzet; want deze metaforen lees je in Indigo, ongetwijfeld door de persoonlijke achtergrond van de auteur, steeds terug.
Dit maakt Indigo in mijn optiek ook een goed boek. Er zijn geen pretenties en de schrijver zoekt deze ook niet op. Sterker nog, Patrick kan mooi schrijven (en dit bedoel ik letterlijk), zijn vocabulaire is enorm, zonder lovey-dovey of zoetsappig te zijn. Er waren een aantal zeer mooie passages – stilistisch en in vorm – die soms poëtisch aanvoelde, zonder zich iets van de puntig eisen van poëzie aan te trekken.
Neem bijvoorbeeld deze voorbeelden:
“Zo lang als hij zich kon herinneren was het landschap dat hem omringde grauw en kil. Hij was niets meer dan een nietige stip op een weg in een moddervlakte, op een wereld die omringd werd door een onvoorstelbare leegte. Was het dan gek om je eenzaam te voelen?”
Of:
“Waarom onderdrukte hij zijn woede eigenlijk? Het was een van de weinige emoties die hem nog vergund was.”
Het eerste citaat kan zo uit Wuthering Heights worden genomen, waarin het landschap wordt gebruikt om de innerlijke wereld van het personage uit te tekenen; om bij voorbaat een beeld te scheppen, letterlijk, van de emotionele toestand waarin het personage zich verkeerd.
Woede is in dit verhaal, als ook in sommige andere verhalen, van zeer groot belang. Maar meer dan woede. Het gaat om de naaktheid van emoties, maar ik kom hier later nog op terug.
Neem bijvoorbeeld het volgende citaat (uit een ander verhaal) in beschouwing:
“De deurbel weerklinkt als ze bij de onderste trede aankomt. Een herinnering overvalt haar: respect voor ouderen was een van de eerste lessen van haar vader, die veel te jong gestorven was (…) Ze heeft geprobeerd de wijsheid van haar vader door te geven, maar Sam en Vivienne [haar kinderen] vinden haar ouderwets.”
Niet zo poëtisch en metaforisch als de eerste twee citaten, maar sterk op zijn eigen manier. Ook hier zien we namelijk eenzaamheid, zij het op een andere wijze, terug. Waar in de eerste twee citaten eenzaamheid door woede centraal stond, komt het nu voort uit densynchronisatie van het hoofdpersonage en de moderne wereld. En hier zit ook de kracht: in alle voorbeelden wordt in een aantal verfstroken zowel het innerlijke landschap als de achtergrond van het hoofdpersonage weergegeven. Komt niet alleen het heden, maar ook het verleden terug, waardoor er onmiddellijk een driedimensionaal beeld ontstaat.
Dit is knap. Het is moeilijk, vooral in een kort verhaal, om lagen aan te brengen en tevens plotgericht en tegelijkertijd spannend (in een uiterst korte boog) bezig te zijn. Dit lukt Patrick en hierin ligt, mijn inziens, ook zijn sterkte: hij maakt zijn personages menselijk, in al hun facetten, en drijft het verhaal, soms in minder dan 1500 woorden, naar een soms benauwende en dan weer angstaanjagende hoogtepunt toe. Ik denk niet dat alle lezers begrijpen hoe verdraaide moeilijk dit is om in een kleine ruimte die je als schrijver hebt of jezelf toelegt te doen; om van de oppervlakte en oppervlakkigheid weg te stappen (wat in een kort verhaal verleidelijk is) en naar de diepste laag te gaan waar ook het slib en de modder zich bevindt.
Als lezer wist ik soms ook niet waar ik aan toe was. Niet omdat de climaxen noodzakelijk verrassend waren, dat waren ze soms niet, maar meer omdat de verhalen soms leken op een deinend schip, waar je als passagier door de plotwendingen, links en rechts tegen de wanden werd gegooid. Patrick neemt in deze zin dan ook absoluut geen gevangenen. Hij is niet barmhartig naar de lezer. Hij sleept je bij de haren en laat juist de lelijkheid, de grofheid, de bruuskheid van het menselijke bestaan zien.
Dat is misschien ook wel het overkoepelende motief die in de bundel aanwezig is. De duistere kant, de basale emoties, die het gedrag van mensen bepalen en hun handelingen voortdrijven. Dit brengt, als gevolg, een soort aliënatie met zich mee; het personage staat op zichzelf, is niet altijd even sympathiek en toont het menselijke gezicht zonder glitter of glamour. (Misschien ook de reden waarom er in het boek veel naar schoonheid wordt verwezen?) Patrick toont de lelijkheid aan.
Omdat het een anthologie betreft in plaats van een bundel, in de meest nauwe zin, weet ik niet of het hier opzettelijke thematiek betreft die in de verhalen zijn verweven of meer een persoonlijke interesse/ obsessie die de schrijver ter daglicht brengt. (Zie hier ook zijn interview, die ik een aantal weken geleden bij hem heb afgenomen.)
Indigo is in deze zin, het gezicht in de ochtend. Het gezicht zonder make-up. Het gezicht dat we soms liever niet willen zien.
Dit maakt niet alle verhalen en personages even toegankelijk of sympathiek. Iets dat door de samenstelling van genres wordt versterkt. De vraag is echter of dit überhaupt moet? Ik denk het namelijk niet. Sterker nog, juist door verschillende genres te hanteren, wordt het slib en de modder plotseling universeel.
Toch kan hier ook een hobbel ontstaan. De directe stijl van Patrick kan er ook voor zorgen dat niet alleen de personages maar ook de lezers worden vervreemd. Vooral bij lezers die in de oppervlakte willen blijven steken en niet de diepte, waar Patrick je ongenadig mee naartoe sleurt, willen worden meegenomen. Hierdoor bestaat er een kans voor miscommunicatie. De gelaagdheid van Patrick enerzijds en de zucht van de lezer om bij het basale te blijven en daardoor ook de motieven verkeerd te interpreteren anderzijds, kan leiden tot densynchronisatie. Sommige lezers zouden aanstoot kunnen nemen, zouden zich misschien aan de gelaagdheid kunnen ergeren en daardoor bijvoorbeeld lelijkheid of gebrek aan sympathie lezen in plaats van naakte menselijke motieven of seksisme ervaren in plaats het ware doel en punt van het verhaal: namelijk het weergeven van de verwoestende kracht van seksualiteit.
Kortom, dit is geen verhalenbundel voor, wat ze in het Engels noemen, de faint hearted. Dit is een verhalenbundel voor mensen die de diepte durven in te gaan en zich soms in onverwachte krochten afgeranseld willen worden; die op een zee durven te dobberen en zich door de golven te laten leiden die Patrick genadeloos op ze afstormt.
Wil ik hierbij stellen dat dit boek zwart of te zwaar is? Nee. Of dat het wordt vermorzeld onder het gewicht van pretentie, ook niet. Het is wat jij als lezer er zelf in leest. Je kunt het verhaal laten voor wat het is of je kunt de lagen een voor een weg pellen. Het is wanneer je een stellingname als lezer inneemt dat de densynchronisatie ontstaat. Patrick laat in deze zin dan ook de keuze aan jou. Hij geeft zowel humor als duisternis. Een plot gedreven verhaal of gelaagdheid. Hij geeft je een onsympathieke personage of een spiegel. Het is aan jou wat je met de spiegel en het verhaal doet.
Nogmaals, dit is een anthologie en niet een bundel, waardoor het moeilijker is te recenseren. Het is moeilijk te bepalen of er een eenheid is aangebracht of dat de fascinaties van de auteur naar voren komen, waardoor het boek niet bewust maar onbewust een eenheid creëert. Hierdoor voelt het boek misschien hier een daar onevenwichtig en is er niet een natuurlijke flow. In deze zin doet het boek, als ik nog meer afstand neem en de grote lijnen in ogenschouw neem, me aan een deinende zee denken. Muren-hoge golven, van korte en sterke bondige verhalen waardoor je niet onmiddellijk weet welke kant je wordt op geslingerd of dat er een groter doel is waarin alles beweegt.
Het boek bestaat uit linkse en rechtse hoeken. En zo nu en dan een dreun in je maag.
Ik vind het moeilijk om cijfers aan boeken toe te bedelen. (Met muziek recensies gaat me dit makkelijker af.) Omdat de kunst van het woord op een ander en complex niveau ligt. Hoe becijfer je immers kunst? Hoe kan je het met iets anders vergelijken als het doel juist is om iets te recenseren wat op zichzelf staat?
Laat ik het daarom maar op een andere manier afsluiten: Het indigo van de dood is een goed boek, een spannend boek. Het is een verzameling van korte, puntige en kleine verhalen, waarin de achterliggende ideeën groot zijn, geschreven door een schrijver die misschien nog wel groter is.
Het is een boek dat een introductie naar de schrijver vormt en dat je meesleurt.
Ik hoop dat ik hierbij duidelijk ben, want het is moeilijk verhalenbundels te recenseren. Ik denk dat het voor mij nu tijd is om zijn roman Evenbeeld te gaan lezen. Om te zien hoe zijn fascinatie met het naakte gezicht, zich uiteindelijk in een roman heeft vertaald.
Patrick Brannigan heeft mij gegrepen. En zal dit ook met jou doen.
Om het boek te kopen: klik hier.
Voor de website van de auteur: klik hier.